Praktijkopleiding zorg les 3

Praktijkopleiding zorg les 3
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Praktijkopleiding zorg les 3

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma vandaag
Dagopening
Bidden
Recept bespreken: Tomatensoep --> Roux maken
Koken
Pauze
Theorie: het menselijk lichaam - Botten, spieren en huid

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagopening
Moet je ook voor iemand zorgen als je daar zelf minder van wordt?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagopening

1. Vind jij dat alle gemeenten onderdak moeten geven aan asielzoekers?
2. Wat is volgens jou de oplossing voor de problemen in Ter Apel?

Beantwoord de vragen op je werkblad

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagopening
Jezus zegt: 
-Want toen ik honger had, hebben jullie mij te eten gegeven
-Toen ik dorst had, gaven jullie mij te drinken
-Ik was een vreemde en ik was welkom bij jullie
-Ik had geen kleren en jullie hebben mij aangekleed
-Ik was ziek en jullie kwamen op bezoek
-Ik was in de gevangenis en jullie kwamen me opzoeken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dagopening
3. Welke van die dingen vind jij belangrijk?

4. Heb jij één van deze dingen wel eens voor iemand gedaan? Hoe was dat?


Beantwoord de vragen op je werkblad

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bidden

Zijn er nog gebedspunten?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Recept: Tomatensoep

Slide 8 - Tekstslide

We oefenen verschillende snijtechnieken, je gaat mengen en iets maken wat er aantrekkelijk uit ziet!

Bij welke beroepen in de zorg moet je fruit snijden? 

Waar moet je op letten bij baby's, kraamvrouwen, kinderen en ouderen? 
Theorie: Wat ga je leren?
Je weet de belangrijkste botten te benoemen
Je weet wat spieren zijn en wat ze doen
Waarom?
Je leert hoe jouw eigen lichaam (en dat van iemand waar je voor zorgt) in elkaar zit en kunt er daardoor goed voor zorgen en uitleggen als je ergens last van hebt.


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling vorige les

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn organen? Noem voorbeelden!

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Werkblad
-Maak op je werkblad opdracht 1
-We bespreken het na
-Maak op je werkblad opdracht 2

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel van wat?
Zoek uit:
1.hoeveel water hebben wij in ons lichaam
2.hoeveel bloed hebben wij in ons lichaam
3.hoeveel botten hebben wij in ons lichaam
4.hoeveel organen hebben wij in ons lichaam
5. hoeveel spieren hebben wij in ons lichaam
6. Hoeveel vitale organen hebben wij

Slide 13 - Tekstslide

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.
Vitale organen
Vitale organen zijn de organen in ons lichaam die absoluut nodig zijn om in leven te blijven. Onder deze organen vallen het hart, de hersenen, de nieren, de lever en de longen. Als één van deze organen stopt met functioneren, dan kan je dit niet overleven zonder medische hulp.

Slide 14 - Tekstslide

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.
Werkblad
Maak opdracht 3 op je werkblad.

Slide 15 - Tekstslide

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.
Het skelet - botten
Ons skelet bestaat uit meer dan 200 botten. Zij ondersteunen ons lichaam en beschermen de organen. Aan het skelet zitten spieren vast, waardoor een mens kan bewegen. Ons skelet maakt ook bloedcellen!

Wat zou er gebeuren als wij geen botten en spieren zouden hebben?


Slide 16 - Tekstslide

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort waar?
Kuitbeen - Scheenbeen - voetbeentjes - schedel - opperarmbeen - onderkaak - bovenkaak - opperarmbeen - spaakbeen - ribben - ellepijp - knieschijf - borstbeen - bekken - dijbeen - halswervels

Schrijf ieder bot op een geeltje en plak het op de juiste plek in het skelet 

Slide 18 - Tekstslide

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.
Wat is ons langste bot? Kijk goed naar het skelet!
A
Dijbeen
B
Scheenbeen
C
Ellepijp
D
Bovenkaak

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ons grootste orgaan... De huid!

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werkblad
1. Maak opdracht 4 van je werkblad!

2. Leg de skelet puzzel!

3. Gebruik Google en maak vraag 5 en 6 van het werkblad

In 3 groepjes. De docent zegt het als we doorwisselen!

Slide 21 - Tekstslide

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.
Wat is een gewricht?
A
Enkel
B
Schouder
C
Knie
D
Heup

Slide 22 - Quizvraag

Doe na deze vraag evt. de opdracht van Carolien met de kaartjes met bewegingen erop. De leerlingen doen allemaal de beweging die op het kaartje staat en moeten dan raden welk gewricht je nodig hebt voor die beweging. 
Spieren
Voor alles heb je spieren nodig, om te rennen, om iets vast te pakken en iemand aan te kijken. Bij al die dingen gebruik je talloze spieren. Elke spier laat een gedeelte van het lichaam bewegen. Wanneer je je onderarm buigt trekt de biceps zich samen.  Als je lacht gebruik je 17 spieren. Je spieren wegen in totaal 40% van je lichaamsgewicht. Je kunt je spieren trainen. Dan groeien ze. Dat doe je in de sportschool. Je sterkste spier is je tong.

Slide 23 - Tekstslide

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.
Spieren
Spieren kunnen alleen trekken, niet duwen. Aan ieder bot zitten daarom minimaal twee paar spieren. Het ene paar trekt het bot omhoog, het andere paar trekt het bot weer terug. Zo zit er een spierpaar aan de bovenkant van je bovenarm en een aan de onderkant. Om te kunnen werken hebben spieren zuurstof nodig en heel veel energie. Die energie halen ze uit het voedsel.

Slide 24 - Tekstslide

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.
Spieren
 voedsel.

Slide 25 - Tekstslide

Vorige week hebben jullie deze informatie opgezocht. We gaan dit met elkaar doornemen.

Slide 26 - Link

Digibord tour over de organen. Over welk orgaan zou jij nog iets willen weten?
Wist je dat?
-Als je ze zou uitspreiden, zouden je hersenen ongeveer zo groot zijn als een kussensloop!
-Botten bestaan voor 31% uit water!
-Als je lacht gebruik je wel 36 verschillende spieren!
-Een gemiddeld menselijk lichaam bevat genoeg vet om zeven stukken zeep te maken!


Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Link

Deze slide heeft geen instructies

De volgende les...
Gaan we het hebben over zintuigen.
Huiswerk: Denk na over de volgende vraag --> Als je moet kiezen, ben je dan liever doof, blind of geen tong meer?

En we zetten foto's van koken in Profijt!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies