Je weet hoe je het afbreekstreepje bij woorden juist gebruikt.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Afbreekstreepje -
"Ik sjouw tijdens de verhuizing de verhuis-
dozen naar binnen."
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Het woord ‘open’ kun je dus niet afbreken (o-pen mag niet).
Slide 8 - Tekstslide
Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling (klok-huis) SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
weeshuis
Slide 9 - Open vraag
Een afbreekstreepje tussen twee woorden van een samenstelling (klok-huis) SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
badkamer
Slide 10 - Open vraag
Een afbreekstreepje na een voorvoegsel (ge-brek) SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
ontdekken
Slide 11 - Open vraag
Een afbreekstreepje na een voorvoegsel (ge-brek) SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
ondiep
Slide 12 - Open vraag
Een afbreekstreepje voor een achtervoegsel (sier-lijk) SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
vriendelijk
Slide 13 - Open vraag
Een afbreekstreepje voor een achtervoegsel (sier-lijk) SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
dadelijk
Slide 14 - Open vraag
Een afbreekstreepje tussen twee lettergrepen (ra-den, rat-ten). SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
bakken
Slide 15 - Open vraag
Een afbreekstreepje tussen twee lettergrepen (ra-den, rat-ten). SCHRIJF OP MET EEN AFBREEKSTREEPJE
zeulen
Slide 16 - Open vraag
Welk woord is goed afgebroken ?
A
on-aardig
B
hel-emaal
C
vakant-ie
D
hel-mgras
Slide 17 - Quizvraag
In welke zin is het woord goed afgebroken ?
A
slape-rig
B
aa-rdig
C
ko-ppig
D
hel-mgras
Slide 18 - Quizvraag
Hoofdgedachte
Hoofd = Belangrijk
Gedachte = Wat de schrijver denkt
Slide 19 - Tekstslide
HOOFDGEDACHTE van een tekst
- het belangrijkste van een tekst kan
in één zin samengevat worden:
de hoofdgedachte
Slide 20 - Tekstslide
Wat heb JIJ geleerd deze les?
Slide 21 - Open vraag
Weet je nog wat het lesdoel was? Is dat gelukt?
Slide 22 - Open vraag
Planning
Week 38: trede 11 onderdeel SCHRIJVEN af! Week 39: trede 11 LEZEN af!! Week 40: presentatie af! Rood: lezen en schrijven II Wit/ blauw: lezen en schrijven II en III