2H - Les 2: 20 september

Bienvenue Havo 2
Vendredi, le 20 septembre 2024




1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Bienvenue Havo 2
Vendredi, le 20 septembre 2024




Slide 1 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui 
  • 2 lesuren Frans 
  • Lesuur 1: Wat gaan we doen:
  • Les buts: Pak ook je eigen leerdoel er bij van vorige week
  • Un petit film (regarder) Optische illusie Eiffeltoren
  • Uitkomsten gemaakte oefeningen nakijken 1-5 page 10 t/m 12
  • Onderdeel filmpje pagina 20 maken 1a en 1b en 2
  • Faire: 5 ensemble(samen) 
  • Zelf aan het werk met opdrachten (exercices) 6, 7, 8, 9 et 10

Slide 2 - Tekstslide

Vive la France!
Lesuur 2: Wat gaan we doen?
  • Nakijken: 6,7,8,9 et 10
  • Herhalen grammaire: Uitleg
  • Passé Composé
  • Faire / doen:
  • 16, 17 et 18
  • Leerdoel bepalen voor volgende week!

Slide 3 - Tekstslide

Le matériel
  • Le livre "Grandes Lignes"
  • Un cahier (een schrift)
  • Een pen
  • Bij voorkeur ook een aantal gekleurde pennen, voor het nakijken.
  • Je persoonlijke leerdoel voor deze week

Slide 4 - Tekstslide

Les buts / les objectifs (de doelen)
- Je oefent met je Franse luisterend oor (luistervaardigheid) én met lezen.
- Woordenschat Frans vergroten.

- Voorkennis van het voltooid deelwoord Frans activeren en met deze kennis aan de slag gaan.



Slide 5 - Tekstslide

Mon but personnel
Pak je eigen persoonlijke leerdoel van vorige week erbij.
Check of je deze hebt behaald: Overhoor jezelf, check jezelf.
Bedenk een nieuw persoonlijk leerdoel voor komende week en schrijf deze duidelijk op een vaste plek op.


timer
2:00

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Nakijken 1 tot en met 5 van Chapitre 0
à la page 10



Slide 8 - Tekstslide

        Écouter et lire
On va faire les exercices: 
Onderdeel filmpje pagina 20 maken 1a en 1b en 2
Faire: 5 ensemble(samen)
Zelf aan het werk met opdrachten (exercices) 6, 7, 8, 9 et 10
Wat: Oefeningen maken. 
Hoe: 5 gezamenlijk / 6 t/m 10 individueel.
Hulp: Bij zelfstandig werken loopt docent rond om te helpen.
Tijd: +- 14-16 minuten.
Uitkomst: We bespreken samen de uitkomst na.
Klaar: Als je klaar bent ga je de woorden A en B van pagina 50 overschrijven.

Slide 9 - Tekstslide

Vive la France!
Lesuur 2: Wat gaan we doen?
  • Nakijken: 6,7,8,9 et 10
  • Herhalen grammaire: Uitleg
  • Passé Composé
  • Faire / doen:
  • 16, 17 et 18
  • Leerdoel bepalen voor volgende week!

Slide 10 - Tekstslide

Le passé composé
Wat is een passé composé?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wij hebben
A
nous sommes
B
nous avons
C
nous est
D
nous a

Slide 13 - Quizvraag

Maak de volgende zin ontkennend:
'Vous mangez au restaurant ce soir?"
A
Vous mangez pas au restaurant ce soir?
B
Vous mangez ne pas au restaurant ce soir?
C
Vous ne mangez pas au restaurant ce soir?

Slide 14 - Quizvraag

93
A
soixante-treize
B
quatre-vingt-treize
C
soixante-trois
D
quatre-vingt-trois

Slide 15 - Quizvraag

Gebruik het juist bezittelijk voornaamwoord:
" {Zijn} soeur a 3 enfants"
A
Sa
B
Son
C
Ses
D
Ma

Slide 16 - Quizvraag

Maak de volgende zin ontkennend:
"C'est mon film préféré. "
A
C'est ne pas mon film préféré
B
Ce n'est mon film préféré.
C
Ne c'est pas mon film préféré.
D
Ce n'est pas mon film préféré

Slide 17 - Quizvraag

Zijn zijn =
A
Ils / Elles sont
B
Ils / Elles ont

Slide 18 - Quizvraag

Gebruik het juist bezittelijk voornaamwoord:
"{Uw} chien est parti"
A
Vous
B
Votre
C
Vos

Slide 19 - Quizvraag

Zet het werkwoord in présent :
"Tu {adorer} le foot"
A
adores
B
adore
C
adorent

Slide 20 - Quizvraag

100
A
cent
B
mille

Slide 21 - Quizvraag

Zet het werkwoord in passé composé:
"Vous {jouer} au poker"
A
Vous avez joué
B
Vous jouez
C
D

Slide 22 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
"Sophie a un pantalon ... "
A
noire
B
noirs
C
noir

Slide 23 - Quizvraag

Kies de juiste vorm:
"Il a deux {...} soeurs"
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 24 - Quizvraag

Wat zijn de uitgang van de présent van werkwoorden op -er
A
-e / -es / -e / -ons / -ez / -ent
B
-es / -es / -e / -ons / -ez / -ont
C
-es / -e / -e / -ons / -ez / -ent

Slide 25 - Quizvraag

Nu =
A
parfois
B
maintenant
C
jamais
D
peut-être

Slide 26 - Quizvraag

Werk deze week aan jouw persoonlijke leerdoel Frans!

Slide 27 - Tekstslide

A la prochaine fois!
Tot volgende week!

HW : Leer de woorden op pagina 48

Slide 28 - Tekstslide