Leenwoorden zijn woorden die uit een andere taal komen. In het Nederlands komen veel leenwoorden voor, zoals bureau (Frans), plastic (Engels), überhaupt (Duits), professor (Latijn) en sultan (Arabisch).
Leenwoorden komen in een taal terecht omdat ze niet te vertalen zijn of omdat ze iets unieks benoemen. Leenwoorden vervangen soms een bestaand Nederlands woord.
Je kunt de herkomst van leenwoorden vinden in een etymologisch woordenboek, zoals de herkomst van het woord autoriteit.