H1B H1D §1- PV en zinsdelen wk. 47

Nederlands
19- 11- 2024

§1- PV & zinsdelen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Nederlands
19- 11- 2024

§1- PV & zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • Landen & 10 minuten lezen
  • Lesdoelen
  • §1- PV 
  • Oefenen en nakijken
  • (nog) iets leuks! 

Slide 2 - Tekstslide


Eerst... 
lekker 10 minuten lezen! 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Agenda
  • Landen & 10 minuten lezen
  • Lesdoelen
  • §1- PV 
  • Oefenen en nakijken
  • (nog) iets leuks! 

Slide 4 - Tekstslide

Spelling

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel

Slide 6 - Tekstslide

Agenda
  • Landen & 10 minuten lezen
  • Lesdoelen
  • §1- PV 
  • Oefenen en nakijken
  • (nog) iets leuks! 

Slide 7 - Tekstslide

Persoonsvorm

In elke zin staan werkwoorden. 
Eén daarvan is de persoonsvorm.

De persoonsvorm geeft aan het getal, de hoeveelheid en de tijd van de zin. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Persoonsvorm
Persoonsvorm (pv) - het enige werkwoord dat van tijd en getal kan veranderen. Als er maar één werkwoord in de zin zit, is dat altijd de persoonsvorm.

Heb jij je huiswerk af?
Heb jij je huiswerk gemaakt?
Ik geef hem een cadeau.
Ik heb hem een cadeau gegeven.



Slide 10 - Tekstslide

Tijd- & getalproef
Persoonsvorm (pv) - het enige werkwoord dat van tijd en getal kan veranderen. Door enkelvoud en meervoud en tegenwoordige tijd in verleden tijd te veranderen, verandert de persoonsvorm (pv) mee. 

Heb jij je huiswerk af?
Had jij je huiswerk af?
Ik geef hem een cadeau.
Joris en ik gaven hem een cadeau.



Slide 11 - Tekstslide

Tijdproef & getalproef 
1. Verander onderstaande zinnen van tijd en onderstreep de persoonsvorm.

a Op Instagram volgde ik mijn vrienden.
b De meeste leerlingen waren op tijd op school.

2. Verander onderstaande zinnen van getal en onderstreep de persoonsvorm.
c De postbodes komen een pakketje bezorgen.
d De docent op school is erg aardig.

Slide 12 - Tekstslide

Agenda
  • Landen & 10 minuten lezen
  • Lesdoelen
  • §1- PV 
  • Oefenen en nakijken
  • (nog) iets leuks! 

Slide 13 - Tekstslide

Oefenen en nakijken

timer
7:00

Slide 14 - Tekstslide


Zet het volgende zinnetje in een andere tijd.
Wanneer gaat zij naar Amerika?

Slide 15 - Open vraag


Zet het volgende zinnetje in een andere tijd.
Gisteren vroegen wij hem om raad.

Slide 16 - Open vraag


Verander het getal van het volgende zinnetje. 
Wij maken vanmiddag het huiswerk.

Slide 17 - Open vraag


Verander het getal van het volgende zinnetje. 
De leerling heeft een boek geleend.

Slide 18 - Open vraag

Het verdelen van de zin in zinsdelen.

Een zinsdeel is één woord of een groepje woorden die bij elkaar horen. Voor de persoonsvorm staat maar één zinsdeel.

  • Probeer welke woorden je voor de persoonsvorm kunt zetten. Die woorden zijn samen één zinsdeel.
  • Kijk welke woorden altijd in dezelfde volgorde naast elkaar blijven staan als je de zin verandert. Die woorden zijn samen een zinsdeel.

Slide 19 - Tekstslide

Het verdelen van de zin in zinsdelen.

  • Zet een streep voor en achter de pv
  • Alles voor de pv is een zinsdeel.
  • Kijk vervolgens of er nog meer werkwoorden in de zin staan,zet daar ook een streep voor en achter.
  • Als er nog woorden overblijven, ga je deze voor de pv zetten op een manier dat de zin blijft kloppen. Je doet dat met zoveel mogelijk woorden.


Slide 20 - Tekstslide


Neem het zinnetje over en onderstreep de pv. Verdeel het zinnetje daarna in zinsdelen.
Ik heb gisteren een vis gevangen. 

Slide 21 - Open vraag


Neem het zinnetje over en onderstreep de pv. Verdeel het zinnetje daarna in zinsdelen.
De beste voetballer werd beloond met een bijzondere trofee.

Slide 22 - Open vraag

Noem een onderdeel waarover je nog extra uitleg wilt.

Slide 23 - Open vraag

Ga naar: Grammatica zinsdelen blz. 204
maak:

Opdrachten 4,5 en 6.

Slide 24 - Tekstslide