In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Dieren bewegen
Laatste basisstof
Slide 1 - Tekstslide
Paragraaf 2.5
Dieren bewegen
Leerdoelen:
1. Je kunt uitleggen hoe dieren bewegen met een wervelkolom
2. Je kunt uitleggen waarom zoogdieren zo snel kunnen bewegen.
3. Je kunt uitleggen wat het skelet verteld over de leefwijze.
3. Je kunt uitleggen hoe ongewervelde dieren bewegen.
Slide 2 - Tekstslide
Gewervelde dieren
1. Wervelkolom beweegt heen en weer. [reptielen, amfibiën en vissen]
2. Wervelkolom beweegt op en neer. [vogels en zoogdieren]
Slide 3 - Tekstslide
Paragraaf 2.5
Dieren bewegen
Leerdoelen:
1. Je kunt uitleggen hoe dieren bewegen met een wervelkolom
2. Je kunt uitleggen waarom zoogdieren zo snel kunnen bewegen.
3. Je kunt uitleggen hoe ongewervelde dieren bewegen.
Slide 4 - Tekstslide
Topgangers, zoolgangers en teengangers.
Slide 5 - Tekstslide
Teenganger: lopen op tenen, hond, kat en tijger zijn voorbeelden
Hoefgangers/topgangers: Lopen op toppe van tenen, met een hoef eromheen. Lange poten, kunnen heel hard lopen.
Slide 6 - Tekstslide
Zoolgangers
De mens is een zoolganger
Ze lopen op de hele voet
staan stevig op de grond.
Kunnen daardoor op achterpoten staan.
Slide 7 - Tekstslide
Waar hoort een hert bij?
A
zoolgangers
B
teengangers
C
hoefgangers/topgangers
Slide 8 - Quizvraag
Paragraaf 2.5
Dieren bewegen
Leerdoelen:
1. Je kunt uitleggen hoe dieren bewegen met een wervelkolom
2. Je kunt uitleggen waarom zoogdieren zo snel kunnen bewegen.
3. Je kunt uitleggen wat het skelet verteld over de leefwijze.
3. Je kunt uitleggen hoe ongewervelde dieren bewegen.
Slide 9 - Tekstslide
Bouwplan
Verschillende soorten skeletten lijken op elkaar.
Gewervelde dieren hebben een wervelkolom, schedel en ribben.
Vaak dezelfde botten in de ledematen, maar de vorm verschilt, dat heeft te maken met de leefwijze.
Slide 10 - Tekstslide
Paragraaf 2.5
Dieren bewegen
Leerdoelen:
1. Je kunt uitleggen hoe dieren bewegen met een wervelkolom
2. Je kunt uitleggen waarom zoogdieren zo snel kunnen bewegen.
3. Je kunt uitleggen wat het skelet verteld over de leefwijze.
3. Je kunt uitleggen hoe ongewervelde dieren bewegen.
Slide 11 - Tekstslide
Ongewervelde dieren
Ongewervelde dieren hebben geen wervelkolom; geleedpotigen, wormen en weekdieren zijn voobeelden.
Slide 12 - Tekstslide
Weekdieren
Uitwendig skelet: NIET van kraakbeen of been, maar van Kalk.
De slak beweegt zich voort met zijn voet (een grote sterke spier in het lichaam van de slak). Door die spier samen te trekken en te ontspannen komt de slak vooruit.
Slide 13 - Tekstslide
Geleedpotigen
Krabben, kreeften en insecten.
Insecten hebben een uitwendig skelet gemaakt van Chitinen.
Sprinkhaan is een insect, heeft een uitwendig skelet, gewrichten zitten aan de buitenkant en spieren zitten aan de binnenkant.