In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
REP H1: Iran
Lees de vragen goed en check voordat je de toets inlevert of je alle vragen gemaakt hebt.
Succes!
Slide 1 - Tekstslide
Schrijf 2 kenmerken van het oude gedeelte van Teheran.
Slide 2 - Open vraag
Geef 2 andere kenmerken van de buitenwijken ( mag dus niet het tegenovergestelde zijn van de vorige vraag)
Slide 3 - Open vraag
Omchrijf 2 duidelijke verschillen tussen de Nederlandse en de Iraanse cultuur
Slide 4 - Open vraag
Wat is cultuur?
Slide 5 - Open vraag
Wenen in Oostenrijk ligt op:
A
48° ZB en 16° WL
B
48° NB en 16° OL
C
38° NB en 26° OL
D
33° ZB en 16° OL
Slide 6 - Quizvraag
De coördinaten: 60° NB en 25° OL zijn van de volgende stad:
A
Oslo
B
Helsinki
C
Stockholm
D
Sint Petersburg
Slide 7 - Quizvraag
Geef aan of de relatieve afstand toe - of afneemt: Aan het begin van de vakantie is het altijd druk op de snelweg.
A
relatieve afstand neemt toe
B
relatieve afstand neemt af
Slide 8 - Quizvraag
Geef aan of de relatieve afstand toe - of afneemt: Door sneeuwval is het grootste deel van de route slecht begaanbaar.
A
relatieve afstand neemt toe
B
relatieve afstand neemt af
Slide 9 - Quizvraag
Geef aan of de relatieve afstand toe - of afneemt: De wielrenner neemt geen pauze, maar fiets in één keer door.
A
relatieve afstand neemt toe
B
relatieve afstand neemt af
Slide 10 - Quizvraag
Welk onderdeel heeft GEEN invloed op de relatieve afstand
A
Geld
B
Tijd
C
Moeite
D
Ligging
Slide 11 - Quizvraag
De relatieve afstand:
A
Is voor iedereen anders
B
Is voor iedereen hetzelfde
C
Kan niet veranderen
D
Is altijd hemelsbreed
Slide 12 - Quizvraag
Wat is dit voor soort kaart?
A
Navigatiekaart
B
Overzichtskaart
C
Thematische kaart
D
Plattegrond
Slide 13 - Quizvraag
Welk register gebruik je om een kaart over 'Neerslag Spanje' op te zoeken?
A
Landenregister
B
Trefwoordregister
C
Register van topografische namen
D
Algemene legenda
Slide 14 - Quizvraag
Twee uitspraken: I Een kaart is een vergroting van de werkelijkheid. II Een topografische kaart is een kaart met een bepaald onderwerp.
A
beide zinnen zijn goed
B
zin I is goed, zin II is fout
C
beide zinnen zijn fout
D
zin I is fout, zin II is goed
Slide 15 - Quizvraag
Een kaart heeft een schaal van 1:500.000 De afstand tussen twee plaatsen op de kaart is 4,5 cm. Hoeveel is die afstand in werkelijkheid in kilometers?
A
20,5 km.
B
22,5 km.
C
20 km.
D
21 km.
Slide 16 - Quizvraag
Welke zoekmethode heb je nodig als je de volgende dingen in de atlas zoekt?
bladwijzer
trefwoorden-
register
namenregister
de ligging van de stad Milau.
De bevolkingsdichtheid van Europa.
een overzichtskaart van Australië.
De hoeveelheid bos in Canada.
De grote rivieren in Duitsland.
Slide 17 - Sleepvraag
Als je op een kaart eerst een plaats bekijkt, dan het land en daarna het bijpassende werelddeel, dan ben je aan het ........(noem het begrip dat op de puntjes hoort)
Slide 18 - Open vraag
Nederland ligt op het .............
A
Zuidelijk halfrond
B
Noordelijk halfrond
C
Oostelijk halfrond
D
Westelijk halfrond
Slide 19 - Quizvraag
Gebruik de atlas: In welk land ben je op 10° Z.B.- 50° W.L.? (Gebruik atlas kaart: 250-251)
A
Rusland.
B
Mexico.
C
Peru.
D
Brazilië.
Slide 20 - Quizvraag
een kaart met de populairste vakantiegebieden in Frankrijk.
een kaart met alle parken in Amsterdam.
een kaart die die ligging van alle voetbalclubs in Limburg laat zien
regionale schaal
Lokale schaal
Nationale schaal
Slide 21 - Sleepvraag
lokaal
regionaal
nationaal
continentaal
mondiaal
Slide 22 - Sleepvraag
Wat is een ander woord voor breedtecirkel?
A
Parallel
B
Geografische breedte
C
Meridiaan
D
Evenaar
Slide 23 - Quizvraag
Wat zijn de coördinaten van Amsterdam?
Slide 24 - Open vraag
Omschrijf het volgende begrip: a. bevolkingsdichtheid
Slide 25 - Open vraag
Omschrijf het volgende begrip: heuvelland
Slide 26 - Open vraag
Omschrijf het volgende begrip: lengteligging
Slide 27 - Open vraag
Is dit een thematische kaart of een overzichtskaart?
A
Thematische kaart
B
Overzichtskaart
Slide 28 - Quizvraag
Overzichtskaart of thematische kaart?
A
Overzichtskaart
B
Thematische kaart
Slide 29 - Quizvraag
Wat voor soort thematische kaarten zijn dit?
A
Choropleetkaarten
B
Isolijnenkaarten
C
Chorochromatisch kaarten
D
Diagramkaarten
Slide 30 - Quizvraag
Wat voor soort thematische kaart is dit?
A
Choropleetkaart
B
Isolijnenkaart
C
Chorochromatisch kaart
D
Diagramkaart
Slide 31 - Quizvraag
Is dit een thematische kaart of een overzichtskaart?