Breuken 2

Breuken

Korte herhaling vorige week

Optellen/aftrekken niet gelijkwaardige noemer

1 / 24

Slide 1: Tekstslide

RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Breuken

Korte herhaling vorige week

Optellen/aftrekken niet gelijkwaardige noemer

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Breuken

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Optellen en aftrekken

van breuken

Breuken optellen en aftrekken kan alleen als de noemer van de breuken gelijk is.

Slide 5 - Tekstslide

Breuken

Slide 6 - Tekstslide

Breuken

Slide 7 - Tekstslide

Breuken

Slide 8 - Tekstslide

Breuken

1/2 deel

3/8 deel

5/6 deel

1/4 deel

Slide 9 - Sleepvraag

breuken optellen

Slide 10 - Tekstslide

Breuken

Slide 11 - Tekstslide

breuken optellen

breuken aftrekken

Slide 12 - Tekstslide

breuken optellen

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 1 5 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 2 ​}

\frac{​ 2 , 5 ​ ​}{​ 5 ​}

1 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 2 0 ​}

Slide 13 - Quizvraag

breuken optellen

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 9 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​} =

\frac{​ 8 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 9 ​} = 1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

Slide 14 - Quizvraag

breuken optellen

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 3 ​ ​}{​ 5 ​} =

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 1 0 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 2 0 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 2 3 ​ ​}{​ 2 0 ​}

1

Slide 15 - Quizvraag

breuken optellen

\frac{​ 4 ​ ​}{​ 8 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 6 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 8 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

1 \frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​}

Slide 16 - Quizvraag

Optellen en aftrekken

Breuken moeten gelijknamig worden
Let op bijvoorbeeld: 20/4, dit zijn 5 helen. Je moet dit altijd checken als je een antwoord opschrijft.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

breuken optellen

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 7 ​}

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 3 ​}

\frac{​ 1 1 ​ ​}{​ 1 2 ​}

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 0 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 7 ​ ​}{​ 2 1 ​}

\frac{​ 1 0 ​ ​}{​ 2 1 ​}

Slide 19 - Quizvraag

breuken optellen

\frac{​ 2 ​ ​}{​ 5 ​}

\frac{​ 3 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 9 ​}

\frac{​ 5 ​ ​}{​ 2 0 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 4 ​}

\frac{​ 2 3 ​ ​}{​ 2 0 ​}

1 \frac{​ 3 ​ ​}{​ 2 0 ​}

Slide 20 - Quizvraag

Breuken optellen

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 2 ​ ​}{​ 1 6 ​} =

\frac{​ 1 ​ ​}{​ 5 ​} + \frac{​ 1 ​ ​}{​ 8 ​} = \frac{​ 8 ​ ​}{​ 4 0 ​} + \frac{​ 5 ​ ​}{​ 4 0 ​} = \frac{​ 1 3 ​ ​}{​ 4 0 ​}

\frac{​ 1 + 2 ​ ​}{​ 5 + 1 6 ​} = \frac{​ 3 ​ ​}{​ 2 1 ​} = \frac{​ 1 ​ ​}{​ 7 ​}

Slide 21 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Bij breuken optellen en aftrekken moet de breuk gelijknamig zijn?

waar

niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Doel behaald?

Optellen/aftrekken breuken

Slide 24 - Tekstslide

Breuken 2

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Sleepvraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Video

Slide 24 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Breuken 3

Breuken 1

Breuken 2

Breuken 2

Breuken optellen en aftrekken

Breuken 1

Breuken 1

wortels en machten