Breuken 2

Breuken
Hoe ziet deze les eruit:

- Herhaling wat zijn breuken
- gelijknamig maken van 
  breuken
- breuken optellen en  
   aftrekken
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Breuken
Hoe ziet deze les eruit:

- Herhaling wat zijn breuken
- gelijknamig maken van 
  breuken
- breuken optellen en  
   aftrekken

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze les:
- je weet een breuk te benoemen
- je weet hoe je breuken kan optellen en aftrekken

Slide 2 - Tekstslide

Breuken
We hebben het deze les niet over botbreuken maar over de breuken die je hiernaast ziet staan.

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je breuken?

Slide 4 - Woordweb

Hoe heet het onderste getal van een breuk?

Slide 5 - Open vraag

Breuken

Slide 6 - Tekstslide

Breuken
1/2 deel
3/8 deel
5/6 deel
1/4 deel

Slide 7 - Sleepvraag

Optellen en aftrekken

 van breuken



Breuken optellen en aftrekken kan alleen als de noemer van de breuken gelijk is.


Slide 8 - Tekstslide

breuken optellen
breuken optellen

Slide 9 - Tekstslide

breuken optellen
breuken aftrekken

Slide 10 - Tekstslide


breuken optellen
52+53=
A
105
B
205=41
C
2023
D
1

Slide 11 - Quizvraag


breuken optellen
84
-
41
A
62
B
82=41
C
43
D
181

Slide 12 - Quizvraag

Optellen en aftrekken
  • Breuken moeten gelijknamig worden
  • Let op bijvoorbeeld: 20/4, dit zijn 5 helen. Je moet dit altijd checken als je een antwoord opschrijft.

Slide 13 - Tekstslide


breuken optellen
71
+
31
A
1211
B
102=51
C
217
D
2110

Slide 14 - Quizvraag


breuken optellen
52
+
43
A
95
B
205=41
C
2023
D
1203

Slide 15 - Quizvraag

Breuken optellen

51+162=
A
51+81=408+405=4013
B
5+161+2=213=71

Slide 16 - Quizvraag

Waar of niet waar?
Bij breuken optellen en aftrekken moet de breuk gelijknamig zijn?
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Aan de slag
- hoofdstuk 3 breuken optellen en aftrekken maken!

Slide 18 - Tekstslide