Linking Words


Linking Words (Conjunctions)
Verbindingswoorden
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les


Linking Words (Conjunctions)
Verbindingswoorden

Slide 1 - Tekstslide

Connecting words

Slide 2 - Tekstslide

Enumeration (opsomming)
and, also, first(ly), then, finally, on
top of that, not only ... but also, both ... and

Slide 3 - Tekstslide

Reason (verklaring)
therefore, as, because, since, according to

Slide 4 - Tekstslide

Example (voorbeeld)
for example, for instance, such as

Slide 5 - Tekstslide

Contrast (tegenstelling)
but, however, instead of, though,
yet, although, contrary, on the one
hand … on the other hand

Slide 6 - Tekstslide

Comparison (vergelijking)
similarly, as well as, like

Slide 7 - Tekstslide

Condition (voorwaarde)
if, when

Slide 8 - Tekstslide

Conclusion (conclusie)
so, in short, thus, all in all

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Assignment
Describe what happened using the many different conjunctions we just learned. Minimum of 200 words.

Slide 11 - Tekstslide