Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Toets h2
Vertaal
Vertaal de onderstaande woorden in het Duits
1 / 39
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
In deze les zitten
39 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Vertaal
Vertaal de onderstaande woorden in het Duits
Slide 1 - Tekstslide
uitnodigen
Slide 2 - Open vraag
thuis
Slide 3 - Open vraag
straks
Slide 4 - Open vraag
het cadeau
Slide 5 - Open vraag
feliciteren
Slide 6 - Open vraag
vrolijk - verdrietig
Slide 7 - Open vraag
plaatsvinden
Slide 8 - Open vraag
kerst
Slide 9 - Open vraag
de broers en zussen
Slide 10 - Open vraag
Vertaal
Vertaal de onderstaande zinnen:
Slide 11 - Tekstslide
Wij zijn thuis
Slide 12 - Open vraag
De Familie bezoekt de moeder
Slide 13 - Open vraag
Hij viert verjaardag
Slide 14 - Open vraag
Vertaal
Vertaal de onderstaande zinnen:
Slide 15 - Tekstslide
Hij viert verjaardag
Slide 16 - Open vraag
Hoe oud is je broer?
Slide 17 - Open vraag
Dat is mijn Opa
Slide 18 - Open vraag
Ik heb twee zussen
Slide 19 - Open vraag
Ik geef volgende week een feest kom je ook?
Slide 20 - Open vraag
Ik hou van de gezelligheid.
Slide 21 - Open vraag
Nee, want dan zijn we bij mijn oma.
Slide 22 - Open vraag
1.
Slide 23 - Open vraag
33.
Slide 24 - Open vraag
101.
Slide 25 - Open vraag
Zelfstandig naamwoord, bepaalde lidwoorden en hoofdletters
Slide 26 - Tekstslide
der, die of das en waarom?
1. Haus
2. Nichte
3. Fräulein
Slide 27 - Open vraag
1. Freundschaft
2. Umgebung
3. Stier
Slide 28 - Open vraag
Hoofdletters
Slide 29 - Tekstslide
der kleine junge geht zu seiner tante.
Slide 30 - Open vraag
jonas bekommt zum geburtstag ein geschenk
Slide 31 - Open vraag
Sleep de uitgangen naar de juiste plek
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
spiel
-e
-st
-t
-en
-en
-t
Slide 32 - Sleepvraag
wonen = wohnen
ik woon = ich _________
A
wohne
B
wohnen
C
wohnt
D
wohnst
Slide 33 - Quizvraag
zwemmen = schwimmen
jij zwemt = du ______________
A
schwimme
B
schwimmst
C
schwimmt
D
schwimmen
Slide 34 - Quizvraag
schrijven = schreiben
hij schrijft = er ______________
A
schreiben
B
schreibst
C
schreibt
D
schreibe
Slide 35 - Quizvraag
spelen = spielen
Er__________ gerne Fußball.
Slide 36 - Open vraag
houden van = lieben
Ich __________ dich!
Slide 37 - Open vraag
maken = machen
Wir __________ gern Musik!
Slide 38 - Open vraag
ich
du
er/sie/es/man
wir
ihr
sie/Sie
Sleep de werkwoorden naar de juiste plek
schrijven= schreiben
schreibe
schreibst
schreibt
schreibt
schreiben
schreiben
Slide 39 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
Toets h2
Oktober 2020
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Regelmatige werkwoorden uitleg klas 1
Mei 2021
- Les met
21 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
Toets h2 versie 2
Oktober 2020
- Les met
48 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
werkwoorden uitleg
Februari 2023
- Les met
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
werkwoorden uitleg
November 2020
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
werkwoorden uitleg
Juni 2020
- Les met
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
regelmatige werkwoorden Duits 1
April 2023
- Les met
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1
LessonUp regelmatige werkwoorden Duits 1
April 2020
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 1