In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
5.2 Snelheid
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik weet hoe hard iemand wandelt of fietst
Ik kan m/s omrekenen naar km/u (en omgekeerd)
Ik kan de (gemiddelde) snelheid uitrekenen
Ik kan de afstand uitrekenen bij een gegeven snelheid en tijd.
Slide 2 - Tekstslide
Hoe lang loop je gemiddeld over de 5km van de avondvierdaagse?
A
30 minuten
B
45 minuten
C
1 uur
D
2 uur
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de definitie van m/s
A
het aantal meter dat ik loop
B
het aantal meters dat ik in totaal in mijn leven gelopen heb
C
het aantal seconden dat ik loop over 1 meter
D
het aantal meter per seconde
Slide 4 - Quizvraag
Wat is een gemiddelde?
A
Een getal wat het vaakst voorkomt in een reeks
B
Een getal dat opgeteld en gedeeld is door het aantal
C
Een getal dat het midden weergeeft van een rij
Slide 5 - Quizvraag
Handige maten
stevig doorlopen: 6 km per uur
fietsen: 18 km per uur
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Reken de volgende snelheden om: 4,8 m/s = 14,2 m/s =
Slide 8 - Open vraag
Jip rekent 30 km/uur om naar m/s.
Waarom zet Jip 30.000 boven en 3600 onder in de verhoudingstabel?
Slide 9 - Tekstslide
Wat moet er op de puntjes in de tabel staan?
A
8,3
B
10,8
C
83
D
108
Slide 10 - Quizvraag
Reken de volgende snelheden om naar m/s: 75 km / uur = 6 km / uur =
Slide 11 - Open vraag
Het wereldduurrecord wielrennen werd eind 2014 gefietst door Matthias Brändle. Hij fietste 51,85 km in één uur. Het vorige wereldrecord stond op naam van Jens Voigt met 51,11 km.
Bereken het verschil in de snelheden van deze wielrenners in m/s.
Slide 12 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik weet hoe hard iemand wandelt of fietst
Ik kan m/s omrekenen naar km/u (en omgekeerd)
Ik kan de (gemiddelde) snelheid uitrekenen
Ik kan de afstand uitrekenen bij een gegeven snelheid en tijd.
Slide 13 - Tekstslide
Welk leerdoel heb jij voor jezelf behaald?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 14 - Quizvraag
Verwerking
Maak in je boek van paragraaf 5.2 de volgende opdrachten: