Tijdvak 6 havo

6.1 Over zeeën en oceanen
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

6.1 Over zeeën en oceanen

Slide 1 - Tekstslide

kenmerkende aspecten:
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek

Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het het begin van een wereldeconomie

Slide 2 - Tekstslide

De moedernegotie
* veel veeteelt, weinig graan in het westen van de Nederlanden
* Oostzeegebied graanleverancier
* moeder van alle handel
* stapelmarkt Amsterdam
* handelskapitalisme
            

Slide 3 - Tekstslide

Waarom kon Amsterdam uitgroeien tot de belangrijkste handelsstad van Europa?

Slide 4 - Open vraag

Welke gebieden speelden een hoofdrol in de graanhandel van de moedernegotie?





A
Middellandszeegebied als leverancier en Holland als afzetgebied.
B
Het Oostzeegebied als leverancier en Oost-Azië als afzetgebied.
C
Het Oostzeegebied als leverancier en Holland als afzetgebied.
D
Middellandszeegebied als leverancier en Oost-Azië als afzetgebied.

Slide 5 - Quizvraag

de VOC
Winsten uit de moedernegotie werden geïnvesteerd in handelscompagnieën naar Azië (specerijen)
Problemen:  vreselijk duur
                           gevaarlijk
                           concurrentie zorgde voor hoge inkoopprijzen en 
                           lage verkoopprijzen
Oplossing: de oprichting van de VOC in 1602

Slide 6 - Tekstslide

Verklaar waar het gezegde "dat is peperduur" vandaan komt

Slide 7 - Open vraag

De VOC kreeg van de Republiek het handelsmonopolie op Azië. Wat wordt daarmee bedoeld?

Slide 8 - Open vraag

de VOC en de WIC
* handelsmonopolie
* handelsovereenkomsten
* kaperbrieven

In 1621 werd de WIC opgericht voor de handel met West-Afrika en Amerika:
trans-Atlantische driehoekshandel 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Wat is "Kaapvaart"?
A
Hetzelfde als piraterij
B
Piraterij maar dan met toestemming van de Republiek
C
De tussenstop van VOC-schepen bij Kaap de Goede Hoop
D
De zeeroute langs Kaap Hoorn naar Indië

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Video

Opdrachten
Maak voor de volgende les:
opdracht 1-3-4-5
bladzijde 109 van je boek

Slide 13 - Tekstslide

6.2 Om de macht

Slide 14 - Tekstslide

kenmerkende aspecten
Het streven van vorsten naar absolute macht

De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

stadhouder en raadspensionaris
Stadhouder: opperbevel-
hebber van het Staatse 
leger
Raadspensionaris: woord-
voerder van gewest 
Holland (en dus machtig)

Slide 17 - Tekstslide

Staatsgezinden 
Johan van Oldenbarnevelt
* vrede met Spanje
* beter voor de handel
1609 Twaalfjarig bestand
*gematigd calvinistisch 
* steden mochten zelf soldaten inhuren tegen boze oranjegezinden
Oranjegezinden 
Maurits van Oranje
* oorlog tegen Spanje
* verdienen: oorlogsproducten
1609 Twaalfjarig Bestand
* orthodox calvinistisch 
 * opperbevelhebber dus ondermijning gezag:
Van Oldenbarnevelt wordt veroordeeld voor landverraad

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Het bestuur van de hele Republiek was ...
A
De gewestelijke Staten
B
De stadhouder
C
De Staten-Generaal
D
De raadspensionaris

Slide 20 - Quizvraag

Wat hoort niet bij de raadspensionaris?
A
adviseur van de Staten Generaal
B
gewest Holland
C
legeraanvoerder
D
contacten onderhouden met buitenland

Slide 21 - Quizvraag

Vrede van Munster
Alle Europese staten (ook Spanje) erkennen de Republiek als een soevereine staat.
Na 1650 werd er geen nieuwe Stadhouder benoemd

Slide 22 - Tekstslide

Wat bedoelen we met een soevereine staat?

Slide 23 - Open vraag

Waarom is er volgens jou na 1650 geen nieuwe stadhouder benoemd?

Slide 24 - Open vraag

Rampjaar 1672
* Afgunst bij Frankrijk en Engeland 
* Ze verklaren samen met de bisdommen Munster en Keulen de oorlog aan de Republiek in 1672
* De vloot van de Republiek olv Michiel De Ruyter behaalde overwinningen
* Het landleger was minder succesvol (geen stadhouder)

Slide 25 - Tekstslide

* Raadspensionaris Johan de Witt kreeg de schuld (bezuinigd op het leger)
* Hij wordt samen met zijn broer Cornelis door een woedende menigte Oranjegezinden gelyncht en deels opgegeten....
* Willem III wordt tot stadhouder benoemd
* Oorlog voeren kost geld, de Gouden Eeuw was voorbij

Slide 26 - Tekstslide

stadhouder
raadspensionaris

Slide 27 - Sleepvraag

Prinsgezinden
Staatsgezinden
Stadhouder
Raadspensionaris
Regenten
Holland
Monarchie
Huis van Oranje

Slide 28 - Sleepvraag

Absolutisme in Frankrijk
Lodewijk XIV had de absolute macht in Frankrijk:
- centralisatie van het bestuur
- Staten Generaal werden niet meer opgeroepen
- Droit Divin
- één geloof (katholiek), Franse calvinisten (Hugenoten)          vluchtten naar de Republiek
- mercantilisme

Slide 29 - Tekstslide

Opdrachten
Maak voor de volgende les
3-5-6-8
bladzijde 114 van je boek

Slide 30 - Tekstslide

6.3 Kunst en wetenschap

Slide 31 - Tekstslide

kenmerkende aspecten
De wetenschappelijke revolutie

De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek

Slide 32 - Tekstslide

Wetenschappelijke revolutie
16e eeuw: Copernicus (aarde draait om de zon)
17e eeuw: Galilei (bewijzen dat de aarde om de zon draait)
                      Antonie van Leeuwenhoek (microscoop, bacteriën)
                      Christiaan Huygens (slingeruurwerk)
 Uitnodiging  voor de Académie Royale des Sciences van Lodewijk XIV (de Zonnekoning)

Slide 33 - Tekstslide

Waarom wilde Lodewijk XIV een groot instituut oprichten met wetenschappers en kunstenaars?

Slide 34 - Open vraag

Kunstenaars werkten voor de Kerk, koningen en hoge edelen, maar niet in de Republiek. Waarom niet?

Slide 35 - Open vraag

Burgerkunst

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Schilders hadden veel werk in de Gouden eeuw. Hoe kwam dat?

Slide 38 - Open vraag

Opdrachten
Voor de volgende les maak je:
1-4 
bladzijde 117 van je boek
EN DENK AAN DE LEERDOELEN!

Slide 39 - Tekstslide