H1 NN 1-KGT Schrijven Begrijpelijk schrijven

1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

H1 Schrijven
Begrijpelijk schrijven

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Je leert begrijpelijk schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Begrijpelijk schrijven
Je schrijft een tekst, omdat je iets wilt vertellen. Je wilt dat jouw lezer de tekst in één keer begrijpt. Daarom moet je goed nadenken over elk woord en elke zin.

Slide 4 - Tekstslide

Zo schrijf je begrijpelijk
1. Schrijf eerst altijd een kladversie. 
2. Controleer je tekst met deze vragen:
- Is mijn tekst volledig? Heb ik alles opgeschreven?
- Is mijn tekst duidelijk? Begrijpt de lezer wat ik bedoel?
3. Schrijf de tekst in het 'net'. 
- Begin elke zin met een hoofdletter en eindig elke zin met een punt of vraagteken.
- Schrijf elk woord foutloos en goed leesbaar. 

Slide 5 - Tekstslide


Schrijven : ik kan een korte, begrijpelijke tekst schrijven
Ik let op deze 3 dingen:

A
begrijpelijk, duidelijk
B
volledig
C
goede spelling
D
10 alinea's

Slide 6 - Quizvraag

Maken in het lesboek
Blz. 18-19
Maak de startopdracht
Maak daarna ook opdracht 1 + 2

Slide 7 - Tekstslide

Nakijken
Ben je klaar?
Kijk het werk na. Van je docent krijg je de antwoorden. 

Slide 8 - Tekstslide

Schrijfopdracht 1 'Jezelf voorstellen'
Vraag bij je docent de toetsopdracht 'Jezelf voorstellen' op.
Deze opdracht wordt ook in de les samen doorgenomen.
Lees de opdracht goed door. Stel vragen, als je iets nog niet duidelijk vindt.

Schrijf de toetsopdracht digitaal met lettertype Arial 12.  Druk je opdracht af (op school) en stop deze in je mapje 'Nederlands Schrijfdossier'. Lever het mapje in bij je docent. 

Slide 9 - Tekstslide

Voorbereiding op de toets
- Je kan een korte, begrijpelijke tekst schrijven. 
(toets schrijfopdracht 1. Jezelf voorstellen)

Slide 10 - Tekstslide

EINDE

Slide 11 - Tekstslide