H5.3 internationale handel

Hoofdstuk 5.3
Internationale handel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5.3
Internationale handel

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kan aangeven welke rol Nederland heeft in de internationale handel
- Je kan aangeven welke rol Nederland heeft in de samenstelling van de import en export

Slide 2 - Tekstslide

Waarom vindt  internationale handel plaats?
Introductie

Slide 3 - Woordweb

Wat betekent 'arbeidsverdeling'?
voorkennis

Slide 4 - Woordweb


Hoe berekenen we voor een land hoe belangrijk de export is?
Vraag
A
export : bbp
B
bbp : export

Slide 5 - Quizvraag


Arbeidsverdeling heeft betrekking op het verdelen van de arbeid in de maatschappij in verschillende soorten taken, opdat niet iedereen hetzelfde gaat doen en er dus efficiënter gewerkt wordt.  
Neem bijvoorbeeld de supermarkt: daar heb je vakkenvullers, kassamedewerkers, klantenservice, teamleiders, etc. Iedereen heeft een andere taak, is afhankelijk van elkaar, en draagt daarmee bij aan een efficiëntere supermarkt in het algemeen.


5.3: Internationale handel
Aantekening

Slide 6 - Tekstslide

De verdeling van het maken van producten over verschillende landen, noem je internationale arbeidsverdeling.

Internationale arbeidsverdeling maakt handel tussen landen nodig en maakt het mogelijk dat een land zich gaat toeleggen op het maken van producten die het best bij dat land passen. 
5.3: Internationale handel
Aantekening

Slide 7 - Tekstslide

Door internationale arbeidsverdeling:
  • ontstaat internationale handel
  • kan de welvaart stijgen

Internationale arbeidsverdeling ontstaat bijvoorbeeld door:
  • Verschil in klimaat tussen landen
  • Verschil in technische kennis tussen landen

5.3: Internationale handel
Aantekening

Slide 8 - Tekstslide

Nederland handelt meer met de EU en buurlanden dan met andere landen

Nederland is een klein land met een open economie, dat wil zeggen dat Nederland veel handelt met het buitenland.
Een land met een gesloten economie maakt veel goederen en diensten zelf, en handelt weinig met het buitenland (bijv. Noord-Korea).
5.3: Internationale handel
Aantekening

Slide 9 - Tekstslide

De mate waarin een land de import kan betalen van de export is te bepalen door de dekkingsgraad uit te rekenen:

export : import x 100 = dekkingsgraad



5.3: Internationale handel
Aantekening
p. 175

Slide 10 - Tekstslide

Betalingsbalans ( overzicht van alle betalingen van en naar buitenland)
  • Als je meer exporteert dan importeert dan heb je een overschot op de betalingsbalans
  • Als je meer importeert dan exporteert dan heb je een tekort op de betalingsbalans

Slide 11 - Tekstslide

Open economie 
Open economie = Een economie die veel handel met het buitenland heeft.

Gesloten economie -> Cuba en Noord-Korea.




Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Aan het werk!


Huiswerk: 
- Maak van H5.3 de toepassingsvragen 

Slide 14 - Tekstslide