In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Video
De verdeling van het maken van producten over verschillende landen, noem je internationale arbeidsverdeling.
Internationale arbeidsverdeling maakt handel tussen landen nodig en maakt het mogelijk dat een land zich gaat toeleggen op het maken van producten die het best bij dat land passen.
4.3: Internationale handel
Slide 2 - Tekstslide
Internationale arbeidsverdeling
= dit betekent dat een product geproduceerd en geëxporteerd wordt door het land dat dit het beste en goedkoopste kan.
Slide 3 - Tekstslide
Door internationale arbeidsverdeling:
ontstaat internationale handel
kan de welvaart stijgen
Internationale arbeidsverdeling ontstaat bijvoorbeeld door:
Verschil in klimaat tussen landen
Verschil in technische kennis tussen landen
5.3: Internationale handel
Aantekening
Slide 4 - Tekstslide
Betalingsbalans ( overzicht van alle betalingen van en naar buitenland)
Als je meer exporteert dan importeert dan heb je een overschot op de betalingsbalans
Als je meer importeert dan exporteert dan heb je een tekort op de betalingsbalans
Slide 5 - Tekstslide
Nederland handelt meer met de EU en buurlanden dan met andere landen.
Handelt voornamelijk in goederen klein gedeelte in diensten
Nederland is een klein land met een open economie, dat wil zeggen dat Nederland veel handelt met het buitenland.
Een land met een gesloten economie maakt veel goederen en diensten zelf, en handelt weinig met het buitenland (bijv. Noord-Korea).
5.3: Internationale handel
Aantekening
Slide 6 - Tekstslide
De mate waarin een land de import kan betalen van de export is te bepalen door de dekkingsgraad uit te rekenen:
export : import x 100 = dekkingsgraad
5.3: Internationale handel
Aantekening
p. 175
Slide 7 - Tekstslide
wederuitvoer
Nederland voert ook producten in die vervolgens doorverkocht worden aan het buitenland, dit heet doorvoerhandel of wederuitvoer.
Slide 8 - Tekstslide
Huiswerk Hoofdstuk 5 paragraaf 3
maken som 6-7b-8 en 9 + 12 (gegeven van dat jaar : basisjaar x 100)