Quiz Organen en cellen

QUIZZZ
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

QUIZZZ

Slide 1 - Tekstslide

Dieren hebben cellen
A
met een celwand en met een celkern
B
met een celkern en met bladgroenkorrels
C
zonder celwand en zonder celkern
D
zonder celwand en met celkern

Slide 2 - Quizvraag

Wat zijn cellen?
A
Dat is je lichaam zonder je hoofd en je armen en benen.
B
Dat is het middenrif.
C
Dat zijn delen van het lichaam met een bepaalde taak.
D
De kleinste bouwstenen van je lichaam.

Slide 3 - Quizvraag

Bij een microscoop kijk je door het...
A
objectief
B
oculair
C
diafragma
D
tubus

Slide 4 - Quizvraag

Wat zie je door de microscoop?
A
Cellen van een ui
B
Cellen van een kiwi
C
Een honingraat
D
Cellen van een bij

Slide 5 - Quizvraag

Als je een microscoop wil tillen, waar pak je de microscoop?
A
Bij de tubus
B
Bij het statief
C
Bij de tafel
D
Bij de revolver

Slide 6 - Quizvraag

Je ziet hier cellen. Welke cellen zijn dit en waar herken je dit als eerste aan?
A
bacteriecellen, celmembraan
B
dierencellen, celmembraan
C
bacteriecellen, celkern
D
dierencellen, geen celkern

Slide 7 - Quizvraag

Dit zijn cellen van een .....
timer
0:20
A
bacterie
B
dier
C
plant
D
schimmel

Slide 8 - Quizvraag

Waarvoor zijn de objectieven van de microscoop?
A
beeld vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
scherp beeld
D
stevigheid

Slide 9 - Quizvraag

Onderdelen van cellen doe bij dierlijke cellen voor kunnen komen zijn ....
A
... celkern, celmembraan en celwand
B
.... kernplasma, celwand en cytoplasma
C
kernmembraan, celmembraan en cytoplasma
D
celmembraan, celwand en cytoplasma

Slide 10 - Quizvraag

Wat bekijk je onder de microscoop?
A
Cellen
B
weefsel
C
orgaan
D
Preparaat

Slide 11 - Quizvraag

Wat weet jij over celdeling(Mitose)

Slide 12 - Open vraag

Een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functies wordt orgaan genoemd?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quizvraag

Wat staat op volgorde van groot naar klein?
A
weefsels, organen, organisme, cellen
B
organisme, organen, weefsels, cellen
C
organisme, cellen, weefsels, organen
D
organisme, weefsels, cellen, organen

Slide 14 - Quizvraag

Wat vervoert de voedingsstoffen naar alle organen en cellen?
A
de maag
B
het bloed
C
de darmen
D
je speeksel

Slide 15 - Quizvraag

Wat vind je nog moeilijk?

Slide 16 - Open vraag

Wat gaat er wel goed?

Slide 17 - Open vraag

Zelfstandig leren
Maak een keuze uit de volgende werkvormen:
  • R-vragen verbeteren: Samenvatting maken, flitskaarten oefenen
  • T-vragen verbeteren: Diagnostische toets, oefeningen biologiepagina.nl of oefentoetsen digimethode
  • I-vragen verbeteren: Mindmap maken (op papier of digitaal)

Slide 18 - Tekstslide