Voor tijdens het broodjes-verhaal
U = Spanning, hoeveelheid energie (een broodje)
I = stroomsterkte, de hoeveelheid deeltjes per sec die langs komen (leerlingen die ergens lopen)
R = Weerstand, waar energie verbruikt wordt (nieuw, het zijn deuren)
Batterij geeft de spanning aan de elektronen (kantine in het verhaal)
Voltmeter meet verschil in U tussen 2 plekken
Ampèremeter meet hoeveelheid stroom dat ergens voorbij komt