6sta clase

Liza
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Liza

Slide 1 - Tekstslide

Max

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Kristel
Romy
Kaan
Brianna
Justin
chelsy

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Los objetivos /de doelen
Después de esta clase ....Na deze les.....
- Ken ik de lidwoorden in het Spaans.
-kan ik woorden in het meervoud zetten.
-Ken ik de vocabulaire voor deze periode.


Slide 8 - Tekstslide

El esquema / het schema
1. Uitlegging. 
2. Zelfstandig oefenen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Bepaalde lidwoorden
7. De 'de' en 'het' zijn in het Spaans El (enkelvoud) en Los (meervoud) als het gaat om mannelijke woorden. Vrouwelijke woorden krijgen het lidwoord La (enkelvoud) en Las (meervoud).
a). De meeste zelfstandige naamwoorden die eindigen op een -O of -R zijn mannelijk.
b). ZN die eindigen op een -A zijn meestal vrouwelijk.
              Bijvoorbeeld: La casa (het huis)
                                        El chico (de jongen)
                                        Las chicas (de meisjes)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

-ción en -dad zijn vrouwelijke uitgangen.
Bijvoorbeeld: la estación (het station)
                                la ciudad (de stad)

ZN die eindigen op -ista zijn mannelijk en vrouwelijk, afhankelijk van de context.
el/la turista        el/la taxista   el/la dentista

Slide 13 - Tekstslide

Belangrijk uitzonderingen

El día = de dag
la mujer = de vrouw
el problema = het probleem
la foto = de foto
la moto = de scooter
la radio = de radio 

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden
In het Spaans kan een zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk zijn. ZN krijgen in het meervoud -s of -es.
Bijvoorbeeld: El colegio -> los colegios
                           El señor -> los señores
                           La ciudad -> las ciudades
                           La estación -> las estaciones


Slide 15 - Tekstslide

Mannelijk
Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervouw

Slide 16 - Tekstslide

Vergeet niet!
Woorden die eindigen op een A, E, I, O of U moet je alleen één S erachter plakken. 
Bijvoorbeeld: La casa (het huis) -  las casas (de huizen)
El chico (de jongen) - los chicos ( de jongens)

Slide 17 - Tekstslide

En bij woorden die op een medeklinker (b,c,d,f,g,h,J,k,l,m,n,p,q,r,s,t,v,w,y,z) eindigen moet je ES erachter plakken.
Bijvoorbeeld: el árbol ( de boom) - los árboles (de bomen)
La mujer (de vrouw ) - las mujeres (de vrouwen)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide