• Middelbare school

 3h1

C'est la rentrée!

Bonjour et

bienvenue

3h1!

Wat heb je nodig bij Frans?

Libre Service boek A

Schrift / blaadjes om aantekeningen te maken

Opgeladen chromebook 

Oortjes

Goed humeur

Goede werkhouding

A

Bonjour

Comment tu t'appelles ?

Tu es français?

Tu as quel âge? 

Tu habites où?

Tu  es en quelle classe?

Salut, à plus!

B

Salut

je m'appelle..............et toi?

non, je suis néerlandais

j'ai...........ans et toi?

j'habite à.................et toi?

je suis en troisième et toi?

A demain!

Wat heb je geleerd in leerjaar 2?

Wat betekent: het vliegtuig? (Unité 1)

1. l'autoroute
2. l'avion
3. l'aéroport
4. la voiture

Wat betekent: rennen? (Unité 2)

1. courir
2. nager
3. rouler
4. rendre

Wat betekent: zwaar? (Unité 3)

1. grave
2. léger
3. mou
4. lourd

Wat betekent: sterkte? (Unité 4)

1. bonne route
2. bon rétablissement
3. bon courage
4. bonne chance

Wat betekent: zijn zorgen vergeten? (Unité 6)

1. oublier ses douleurs
2. oublier ses soucis
3. oublier ses clés
4. juste oublier

Wat zijn de 3 groepen werkwoorden in het Frans? Werkwoorden die eindigen op.....

Welke tijden heb je vorig jaar geleerd?

1. présent
2. passé composé
3. imparfait

Wat is hier de juiste passé composé vorm? (Unité 1)

1. elle est allé
2. elle a allé
3. elle est allée
4. elle allait

Wat is de vertaling van het woord: mijn (vrouwelijke vorm)? (Unité 2)

1. mon
2. ma
3. ta
4. sa

Noem in het Frans 3 bijvoeglijke naamwoorden. (Unité 3)

Start Unité 2 p. 51-52

Le français....voilà pourquoi?

• La francophonie
• Une langue culturelle
• Une langue des affaires
• Une langue officielle
• Noem een Franse film die ook bekend is geworden in NL.
• Noem een Franse product die je in Nederland kunt kopen.

Les devoirs

• Apprendre 1 p. 81
• Exercices 1-2 p.52

Au revoir!