Mercredi le 23 août (H3d-s34)
1 / 21
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Wat heb je geleerd in leerjaar 2?
Slide 6 - Woordweb
Wat betekent: het vliegtuig? (Unité 1)
A
l'autoroute
B
l'avion
C
l'aéroport
D
la voiture
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent: rennen? (Unité 2)
A
courir
B
nager
C
rouler
D
rendre
Slide 8 - Quizvraag
Wat betekent: zwaar? (Unité 3)
A
grave
B
léger
C
mou
D
lourd
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent: sterkte? (Unité 4)
A
bonne route
B
bon rétablissement
C
bon courage
D
bonne chance
Slide 10 - Quizvraag
Wat betekent: zijn zorgen vergeten? (Unité 6)
A
oublier ses douleurs
B
oublier ses soucis
C
oublier ses clés
D
juste oublier
Slide 11 - Quizvraag
Wat zijn de 3 groepen werkwoorden in het Frans? Werkwoorden die eindigen op.....
Slide 12 - Woordweb
Welke tijden heb je vorig jaar geleerd?
A
présent
B
passé composé
C
imparfait
Slide 13 - Quizvraag
Wat is hier de juiste passé composé vorm? (Unité 1)
A
elle est allé
B
elle a allé
C
elle est allée
D
elle allait
Slide 14 - Quizvraag
Welke tijd ga je denk je leren dit schooljaar?
Slide 15 - Open vraag
Wat is de vertaling van het woord: mijn (vrouwelijke vorm)? (Unité 2)
A
mon
B
ma
C
ta
D
sa
Slide 16 - Quizvraag
Noem in het Frans 3 bijvoeglijke naamwoorden. (Unité 3)
Slide 17 - Open vraag
Hoe zeg je in het Frans? (Unité 4)
Ik heb pijn aan mijn been.
Ik heb pijn aan mijn been.
Slide 18 - Open vraag
Hoe zeg je in het Frans? (Unité 6)
Ik ben sociaal.
Ik ben sociaal.
