Nederlands Werkwoordspelling herhaling 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Nederlands

Werkwoordspelling

Herhaling

Mevrouw Luteijn

Eerst nakijken!

Basisboek

blz. 202 opdr. 14

Differentiatiewerkboek

blz. 28 opdr. 6, 7 en 8

Wat gaan we doen?

Herhalen werkwoordspelling

Bespreken/maken samenvatting voor de toets

Geef een voorbeeld van een heel werkwoord

Waar vind je een heel werkwoord altijd?

blz. 57
Hoe maak je de stam van een werkwoord?

Is de stam en de aangepaste stam (ik-vorm altijd hetzelfde?
Voorbeeld

blz. 58
Wanneer schrijf je de ik-vorm + t?

blz. 59
Welke woorden geven het enkelvoud aan?

Welke woorden geven het meervoud aan?

Bij klankvaste werkwoorden veranderd de klank van het werkwoord in de verleden tijd:

1. Wel
2. Niet

Geef een voorbeeld van een werkwoord dat in de verleden tijd niet van klank verandert.

Bij klankveranderende werkwoorden verandert de klank van het werkwoord in de verleden tijd

1. Wel
2. Niet

Geef een voorbeeld van een werkwoord dat in de verleden tijd wel van klank verandert.

blz. 135
Als jij (je) achter de persoonsvorm staat dan schrijf je de...?

Aan het werk

Kies 2 opdrachten uit het basisboek die je al een keer hebt gemaakt, maar die je moeilijk vond.

Maak deze nog een keer.

Leren voor de toets!

Wat moet je precies leren?

Tip: oefenen oefenen oefenen