VOORBEREIDING PRAKTIJKTOETS HAVO 5

• Drama
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4,5

VOORBEREIDING

PRAKTIJKTOETS

PERIODE 2

Gebruik deze muziek bij maakopdrachten

Gebruik deze muziek bij maakopdrachten

Leerdoelen

Je kunt een werk maken waar jij jouw identiteit en ideeen over thuis laat zien

• Onderzoek: Wat is thuis?

Vandaag

Uitleg praktijktoets

Begin maken aan stap 1 (onderzoek) en stap 2 (maakproces)

Presenteren stap 1 en stap 2

Praktijktoets examengroep

Maak een werk (4-5 minuten) waarin je jouw thuisgevoel zichtbaar, hoorbaar, voelbaar en ervaarbaar maakt. Gebruik de spelopdrachten en inspiratiebronnen uit de lessen. 

\

Ondersteun je presentatie met een digitaal portfolio waarin je je proces en reflectie beschrijft.

Opdracht periode 2

Laat de plek zien/horen/voelen/ervaren waar je je thuis voelt 

Samenwerking met kunstenaars

Inspiratie uit voorstelling?

Stap 1: inspiratie verzamelen

• reflectie voorstelling
• gebruik emotie en beweging: emoties over thuisgevoel
• visueel materiaal verzamelen

 De geleide

fantasie begint:

– Adem door je neus in en door je mond uit, herhaal dit

– Welke geluiden hoor je om je heen? Hoor je iemand

ademen, voetstappen, een vogel fluiten.

– Voel hoe je op de grond ligt, je hoofd, je schouders,

je nek, armen etc.

– Hoe voelt je lichaam? Heb je ergens pijn, spanning, ontspanning? Je hoeft het niet te veranderen. Het is goed

zoals het is.

– Stel je voor dat je armen geen armen zijn maar vleugels.

Je kunt vliegen!

– Het raam gaat open en je vliegt naar buiten, omhoog,

je vliegt boven de school, nog hoger, boven Den Haag.

Hoger en hoger. Je ziet Nederland liggen, je ziet Europa

liggen, de aarde liggen. Om je heen de sterren, de zon,

de maan.

– Je mag nu kiezen waar jouw favoriete plek is op aarde.

De plek waar je je fijn voelt. Dat mag overal zijn.

– Je vliegt daarnaartoe.

– Als je daar geland bent dan kijk je om je heen. Wat zie

je allemaal?

– Welke geluiden hoor je?

– Welke geuren ruik je?

– Ben je alleen of zijn er anderen bij je? Zo ja, wie zijn er

nog meer?

– Hoe voel je je daar op die plek, op dat moment?

– Dit moment daar maak je een foto van in je gedachten.

– Dan vlieg je weer omhoog, je ziet je favoriete plek liggen

en zwaait.

– Je vliegt weer naar hier, naar deze plek.

– Voel weer hoe je op de grond ligt, je hoofd, je schouders,

je nek, armen etc.

– Adem in door je neus en uit door je mond.

– Open je ogen. Welkom terug. 

Stap 2: scene ontwikkelen

• combineer tekst en beweging
• schrijf een mini-monoloog (minimaal 4-6 zinnen)
• dit is je startpunt
• voeg beweging toe aan deze mini-monoloog
• maak gebruik van theatervormgeving: muziek, kostuums, rekwisieten, decor, licht
• denk je spel uit: non verbaal en verbaal
• repeteren

Stap 3: presentatie werk

Presenteren wek

 Duur: minimaal 4 minuten

Stap 4

1. Onderzoek:

o Beschrijf hoe je inspiratie hebt gehaald uit de lessen, opdrachten en het voorstellingsbezoek.

2. Proces:

o Leg stap voor stap uit hoe je tot je eindwerk bent gekomen. Voeg foto's of video's toe van je tableau vivant, moodboard en repetities.

3. Reflectie:

o Schrijf een reflectie (150-200 woorden) over je eindwerk. Gebruik de volgende vragen als leidraad:

 Hoe heb je thuis zichtbaar, hoorbaar en voelbaar gemaakt?

 Wat ging goed in je performance?

 Wat zou je de volgende keer anders doen?