In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Leesstrategieën
Wat is een leesstrategie?
Hoe je een tekst leest.
oriënterend lezen
globaal lezen
zoekend lezen
intensief lezen
Slide 1 - Tekstslide
Leesstrategieën
How do you know which one to use?
Lees eerst de vraag, bepaal wat voor soort informatie je nodig hebt en waar in de tekst je het kunt vinden.
Slide 2 - Tekstslide
Leesstrategieën
Orienterend: bekijken en voorspellen Globaal: vlot doorlezen, begrijpen, onderwerp vastzetten Zoekend: bekijken en vinden, als een woordzoeker Intensief: alles goed lezen, de volledige tekst begrijpen/kunnen gebruiken
Slide 3 - Tekstslide
Leesstrategieën
Lees eerst de vraag
Bepaal welke strategie je moet gebruiken
Gebruik de gekozen strategie
Beantwoord de vraag
Orienterend
Globaal
Zoekend
Intensief
Vraag:
Hoeveel kost het per dag om te parkeren?
Slide 4 - Tekstslide
Leesstrategieën
Lees eerst de vraag
Bepaal welke strategie je moet gebruiken
Gebruik de gekozen strategie
Beantwoord de vraag
Orienterend
Globaal
Zoekend
Intensief
Vraag:
Hoeveel kost het per dag om te parkeren?
Slide 5 - Tekstslide
Leesstrategieën
Lees eerst de vraag
Bepaal welke strategie je moet gebruiken
Gebruik de gekozen strategie
Beantwoord de vraag
Orienterend
Globaal
Zoekend
Intensief
Opdracht:
Beschrijf of teken hoe het recept er ongeveer uit komt te zien.
Slide 6 - Tekstslide
Leesstrategieën
Lees eerst de vraag
Bepaal welke strategie je moet gebruiken
Gebruik de gekozen strategie
Beantwoord de vraag
Orienterend
Globaal
Zoekend
Intensief
Opdracht:
Beschrijf of teken hoe het recept er ongeveer uit komt te zien.
Intensief lezen
Slide 7 - Tekstslide
Bedoeld om een eerste indruk te krijgen
Lay-out: chat, krantenartikel, menu, boodschappenlijst etc.
Eerste indruk: titel, tussenkopjes, plaatjes
Verwachtingen: waar gaat het over, wat weet je al?
Dit doe je altijd van te voren
Oriënterend lezen
Slide 8 - Tekstslide
Je leest de tekst snel door om erachter te komen waar deze over gaat.
Maak je niet druk om moeilijke woorden.
Probeer de grote lijnen te snappen, de details doen er (nog) niet toe.
Kijk naar opvallende stukjes
Lees van iedere alinea de eerste en de laatste zin.
Je gebruikt skimmen bij vragen die gaan over de hele tekst, je zoekt naar aanwijzingen voor het antwoord.
Globaal lezen
Slide 9 - Tekstslide
Scannen: zoeken naar bepaalde informatie, bijvoorbeeld in welk jaar iets gebeurde of hoeveel iets kost. De rest van de tekst hoef je dan niet te lezen.
Zoekend lezen
Slide 10 - Tekstslide
Intensief lezen: de hele tekst regel voor regel doorlezen.
Vaak is dit bij een toets niet nodig, en gebruik je vooral de andere strategieën om de vragen te beantwoorden.
Intensief lezen
Slide 11 - Tekstslide
1. How much discount do you get off printers?
A
80%
B
50%
C
25%
D
30%
Slide 12 - Quizvraag
2. The sale begins on....
A
16 May
B
25 April
C
17 May
D
24 April
Slide 13 - Quizvraag
3. There is a big ........ sale.
A
Shop
B
Warehouse
C
Storage
Slide 14 - Quizvraag
Lees onderstaande leessituaties. Welke leesstrategie pas je toe?
Situatie 1:
Om 07.00 uur valt de krant door de brievenbus. Voordat je naar school gaat, wil je snel weten wat het belangrijkste nieuws is.
Situatie 2:
Voor biologie moet je een werkstuk maken over klimaatverandering. Je hebt op een internet een tekst gevonden over het klimaat. Je wilt weten of je de tekst kunt gebruiken.
Situatie 3:
Je hebt morgen een toets over politieke besluitvormingen. Je leest de tekst in je boek maatschappijleer.
Situatie 4:
Je wilt een pretpark bezoeken en bent benieuwd naar de prijzen. Je bezoek de website van het pretpark.