2021_week 36_ 2ha_herhaling grammatica_zwakke werkwoorden + haben/sein&Uitleg KL-opdracht

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Information
Kijkluisteropdracht
Deadline: De week voor de herfstvakantie (11 t/m 15 oktober)
Cijfer: telt 1x mee
Inleveren via SOM (inlevermoment)
Je vindt de opdracht in Teams onder opdrachten, kijkluisteropdracht.

Slide 4 - Tekstslide

Samen naar de opdracht kijken
Je gaat op internet naar twee Duitse tv programma’s kijken. Kies elk één afleveringen van de volgende tv programma’s:
• Checker Tobi
• Neuneinhalb 
LET OP! Bij beide programma’s kan je een ondertiteling aanzetten! Je uitzendingen duren 10 min & 25 min .Lees de vragen op dit formulier voor het kijken door. Je weet dan waar je tijdens het kijken op moet letten. Maak tijdens het kijken aantekeningen. Die aantekeningen gebruik je bij het beantwoorden van de vragen. Beantwoord na het kijken de vragen in het Nederlands. Maak een eigen word-document aan. Het document lever je in via het inlevermoment op SOM.






Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Kruis aan: wat is de stam van het werkwoord: wohnen
A
woh
B
wohnen
C
wohn

Slide 7 - Quizvraag

hoe maak je een stam van het werkwoord wohnen ?
A
het hele werkwoord is de stam = wohnen
B
je moet - en weghalen = wohn...

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Bij welk persoonlijk voornaamwoord past dit vervoegde werkwoord:
.......... wohnen
A
wir
B
es
C
sie/Sie
D
ich

Slide 10 - Quizvraag

zwakke werkwoorden:
Ihr ________ den ganzen Tag!
A
rede
B
redest
C
redet

Slide 11 - Quizvraag

Die Frau (heiraten) morgen.
A
heirate
B
heiratet
C
heirat
D
heiraten

Slide 12 - Quizvraag

zwakke werkwoorden:
Du _______ auf den Bus.
A
warte
B
wartest
C
warten

Slide 13 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Ga naar=>
Differenzierung


dan naar=>

werk aan de opdracht regelmatige werkwoorden 
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

haben
A
haben /gehat
B
haben / gehad
C
haben/ gehabt

Slide 17 - Quizvraag

(haben) Sie .......
A
habe
B
haben

Slide 18 - Quizvraag

haben - er ...
A
habe
B
habt
C
haben
D
hat

Slide 19 - Quizvraag

du .................... (sein)
A
sein
B
bist
C
sind
D
seid

Slide 20 - Quizvraag

sein: ihr
A
sind
B
seid
C
sein
D
sindet

Slide 21 - Quizvraag

Zelfstandig werken
Ga naar=>
Differenzierung


dan naar=>

werk aan de opdracht haben und sein vervoegen 
timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide