1.3 Cellen van dieren en planten

Welkom klas 3!
Ben jij klaar voor deze les?
- Werkboek + schrift 
- Zit jij op een goede plek?
- Kauwgom/snoep in de
prullenbak.

Mooi, dan kunnen  wij beginnen!

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 3!
Ben jij klaar voor deze les?
- Werkboek + schrift 
- Zit jij op een goede plek?
- Kauwgom/snoep in de
prullenbak.

Mooi, dan kunnen  wij beginnen!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1.3 Cellen van dieren en planten
- Herhalen 
- Uitleg 
- Zelf aan de slag 
- Evaluatie en huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Levend, dood of levensloos?
A
Levend
B
dood
C
levensloos

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Levend, dood of levenloos?
A
Levend
B
Dood
C
Levenloos

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen levensverschijnsel:
A
Bewegen
B
Slapen
C
Ademhalen
D
Voortplanten

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: meerdere cellen samen vormen een weefsel
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling: Groeien, ontwikkelen, beweging, voeding, ademhaling, uitscheiding en voorplanten zijn de 9 .....?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende organisatieniveaus
Wat hielden de organisatieniveaus ook alweer in?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je kunt delen benoemen van dierlijke en plantaardige cellen met hun kenmerken en functies.
Ik kan de tekenregels opnoemen".

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elk organisme zijn eigen cellen
Bekijk het filmpje en zoek de verschillen tussen plantencellen en dierlijke cellen.


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Dierlijke cel
  • Een dierlijke cel heeft drie onderdelen:
  1. Celmembraan - dun vlies
  2. Cytoplasma - opgeloste stof
  3. Celkern - regelt alles in de cel

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plantaardige cel
Een plantaardige cel heeft:
  • Celwand
  • Celmembraan
  • Cytoplasma
  • Celkern
  • Vacuole
  • Bladgroenkorrels

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stevigheid
Stevigheid plant ontstaat door de hoeveelheid water in de vacuole= het waterzakje in de plantencel.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Korrels
In het cytoplasma van plantencellen kunnen korrels voorkomen:
  1. Bladgroenkorrels
  2. Kleurstofkorrels
  3. Zetmeelkorrels - reserve voor planten

Slide 17 - Tekstslide

Kleurstofkorrels komen voor in de cellen van bloemen en vruchten met een gele, oranje of rode kleur. Kleurstofkorrels geven bloemen en vruchten hun opvallende kleur.
Voorbereiding op het PO.
Deze periode maken jullie de praktische opdracht MICROSCOPIE. 
Voor dit PO moet je weten:
- de tekenregels,
- hoe een microscoop werkt.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekenen
  • Wat is ook alweer het verschil tussen schematisch en natuurgetrouw? 
  •  Teken met potlood 
  • Teken eerst dunne lijnen en dan de onderdelen. Maak de lijnen later duidelijker.  

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekenregels

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lengte- en dwarsdoorsnede

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekenregels





Van links naar rechts:
asymmetrisch, 2x meervoudig symmetrisch en
tweezijdig symmetrisch


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende vormen van symmetrie
  • Tweezijdig symmetrisch:                                                                                                                                                  één lijn door midden in tweeën delen.                                                                                                          Beide helften zijn dan elkaars spiegelbeeld.                                                                                                           Voorbeelden zijn een vlinder en een mens.
  • Meerzijdig symmetrisch:  met meerdere lijnen door het midden kun je het dier verdelen in een aantal spiegelbeelden. Een voorbeeld hiervan is de zeester.
  • Radiaal symmetrisch: het dier is op oneindig veel mogelijkheden te spiegelen. Een voorbeeld hiervan is de kwal.
  • Asymmetrisch: geen enkele lijn door het midden spiegelbeelden kunt maken .                          Een pantoffeldier is een voorbeeld van een asymmetrisch eencellig dier.



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

(Huis)werk
Paragraaf 1.3 
Opdracht 1 t/m 3 in de les
(blz. 23/24)
Opdracht 4 t/m 6 thuis maken
Bespreken opdracht 1 + 2

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie: Hoe heten de 3 soorten korrels in een plant?

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie: Vacuole, Celwand en Celmembraan zijn allemaal onderdelen uit de dierlijke cel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze eencellige is...
A
Veelzijdig symmetrisch
B
Enkelvoudig symmetrisch
C
Niet-symmetrisch

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lesafsluiting
Bedankt voor jouw aandacht en tot de volgende les!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies