Herhaling KA26 + KA27

KA 26 De Wetenschappelijke revolutie

KA 27 Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen


Overgang tijdvak 6 naar 7
regenten & vorsten --> pruiken en revoluties
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides en 11 videos.

Onderdelen in deze les

KA 26 De Wetenschappelijke revolutie

KA 27 Rationeel optimisme en 'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen


Overgang tijdvak 6 naar 7
regenten & vorsten --> pruiken en revoluties

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorafgaande Wetenschappelijke Revolutie
  • Renaissance (wedergeboorte)
  • Humanisme (kenner van de klassieken)
  • Kerk was belangrijk
  • Bijbel was de wetenschap

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

KA 26 De wetenschappelijke revolutie
  • Verandering in houding wetenschappers in 17e eeuw (natuurkunde, wiskunde, geneeskunde en biologie)
  • Waarheid is te achterhalen niet door te kopiëren maar:
  • Systematisch Observeren, Experimenteren en logisch Redeneren (OER))

  • Descartes: 'Je pense, donc je suis' (ik denk dus ik ben)> grondlegger rationalisme (kritiek op bestaande ideeën) 
  • Bacon: 'Via waarneming kennis verwerven' > meten is weten(zoveel mogelijk gegevens)= empirisme
  • Voorbeeld: wiskunde diende om wetmatigheden te ontdekken--> zo goed mogelijk observeren wat God heeft gemaakt (natuur)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Copernicus (1473-1543)

  • Ontdekt dat aarde om de zon draait en niet andersom!
  • Geocentrisch naar heliocentrisch wereldbeeld
  • Niemand gelooft hem!!!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Galilei (1564-1642)

  • Ontwikkelt de telescoop
  • Bewijst dat de aarde om de zon draait --> 
  • Inquisitie op zijn dak

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Galileï voor Inquisitie.

Wat zegt dit over de houding van de kerk tegenover de moderne wetenschap?
‘Eppur si muove’, en toch beweegt zij (de aarde om de zon)
In 1992 wordt de naam van Galileo Galileï gezuiverd als paus Johannes Paulus II namens de kerk een excuus uitspreekt en de astronoom wordt erkend als gelovig mens.

Slide 7 - Tekstslide

In 1616 wordt hij door de Inquisitie veroordeeld voor ketterij en geloofsdwaling. Hij wordt gedwongen afstand te doen van zijn ontdekkingen en hij mag het Copernicaanse model niet meer propageren. Galileï zelf vindt zijn theorie niet strijdig met de leer van de kerk, die hij zelf ook aanhangt. Integendeel, het toont aan hoe ingenieus de schepping Gods in elkaar zit.
mechanistisch wereldbeeld populair
Baruch d'Espinoza (1632 - 1677):
zoon gevluchte Joodse ouders (Portugal)
'God is in alles in de natuur'
'bijbel is een uitvinding van de fantasie'
nadruk op vrijheid van meningsuiting en
democratie (Ethica)
Jan Swammerdam: alleen bijen anatomisch onderzocht en daarvan tekeningen gemaakt.
bijenkoning geen mannelijk insect maar vrouwelijk! Hij ontdekte eierstokken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Christiaan Huygens en het slingeruurwerk
Antoni van Leeuwenhoek verbeterde de microscoop. Nieuwe lens vergrootte 480 keer i.p.v. 30 maal.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • De molengang, uitgevonden door Simon Stevin.
  • Gebruikt door Jan Adriaanszoon Leeghwater voor het droogleggen van de Beemster

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wetenschappelijke revolutie in de Republiek
  • Gedachtegoed uit Italië (renaissance) komt naar de Republiek. 
  • Vanaf 1600 stroomversnelling in de Republiek
  • Twee kenmerken van de republiek waarom de wetenschap zich hier super snel ging ontwikkelen:

  1. Rijkdom; interesse in wetenschap, klok aan boord, tijd is van belang
  2. Tolerantie; hier kon vrijwel alles, anatomielessen bijwonen

  • En andere Europese staten? 


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sinds is de Nachtwacht 363 bij 438 cm, maar dat was het schilderij niet toen Rembrandt het maakte! Het was toen een stuk groter: 500 bij 387 cm. Maar omdat het schilderij niet paste op de plaats waar het zou gaan hangen in het stadhuis op de Dam (tegenwoordig Paleis op de Dam), werden er in 1715 stukken vanaf gesneden.
Benieuwd hoe de Nachtwacht eruit zag vóór de stukken eraf waren gesneden? Klik op de afbeelding rechtsonder in de hoek.
De Nachtwacht heet tegenwoordig zo, maar de oorspronkelijke titel is: De compagnie van kapitein Frans Banninck Cocq en luitenant Willem van Ruytenburgh maakt zich gereed om uit te marcheren.
Het is onduidelijk waar de naam Nachtwacht precies vandaan komt. Is het misschien de kleur van het schilderij? Of was dit inderdaad een nachtwacht?
Kapitein Frans Banninck Cocq
Luitenant Willem van Ruytenburgh
Schilderijen van schutterijen (een soort politie) waren erg populair in de tijd. De leden van een schutterij betaalden veel geld om er goed en stoer uit te zien. Rembrandt had voor het maken van dit schilderij ongeveer 3500 gulden verdiend. Dat was in die tijd veel geld, maar niet ongebruikelijk voor een schilderij van Rembrandt.
Is dit Rembrandt zelf? Sommige mensen zeggen van wel.
Het meisje stelt een soort mascotte voor. Aan haar riem hangt een dode vogel. Vooral de twee poten van het beest, de klauwen, zijn duidelijk te zien. Ze zijn het symbool voor de kloveniers (de schutters), die ook wel klauweniers werden genoemd.
Kloveniers waren schutters met een musket (geweer). Rembrandt heeft in zijn schilderij laten zien wat er allemaal bij komt kijken om zo'n musket te gebruiken. Zo vult er één zijn musket met kruit; ééntje schiet zijn musket af en een ander reinigt zijn musket door het kruit weg te blazen.
Het is bijna niet te zien, maar in hun wapen hadden de Kloveniers twee klauwen van een vogel. Die twee klauwen zie je ook weer terug bij de vogel die het meisje bij zich draagt.
Op dit schild staan de namen van de personen die zijn afgebeeld (en waarschijnlijk ook hebben betaald).
Hoeveel is de Nachtwacht waard? Dat is niet te zeggen: het schilderij is nooit verkocht of te koop aangeboden. Er is later weleens geprobeerd om het uit te rekenen. Ze kwamen toen uit op een bedrag van 500 miljoen Euro!
De signatuur (soort handtekening) van Rembrandt: Rembrandt f 1642
Sommige leden van de schutterij weigerden te betalen toen ze het schilderij zagen: ze stonden er maar half op! Of keken de andere kant op! "Daarvoor ga ik niet betalen!", zeiden sommigen
Honden op schilderijen waren vaak een teken van trouw ('trouwe viervoeter'). Of de hond in dit schilderij dezelfde functie heeft, trouw aan de stad Amsterdam, is niet bekend.
De Nachtwacht lijkt misschien een rommeltje, maar als je goed kijkt zitten er duidelijk 'lijnen' in. Dat zie je bijvoorbeeld aan de lansen en geweren.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Franse reactie
Engelse reactie

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is verschil met de wetenschap uit de Oudheid en van het Humanisme?
  • Oudheid: voornamelijk redeneren. Bijvoorbeeld: stelling van Pythagoras. (= alleen gebruiken van verstand)
  • Humanisme: kritische Bijbelstudie. Oude met nieuwe teksten vergelijken. 
  • Wetenschappelijke revolutie = het opdoen van kennis op basis van experimenten, waarneming en het gebruik van verstand

  • menselijke lichamen werden opengesneden, men keek met telescopen naar de hemel, zwaartekracht werd gevonden.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op de komende slides zijn de volgende filmpjes te zien:

19 De Gouden Eeuw/Jan Swammerdam (39:55)
20 Het einde van de Gouden Eeuw (4:09)
21 Topstukken van het Rijksmuseum (5:17)
22 De Beemster (5:29)
23 Paleis van Versailles (1:49)
24 Rembrandt van Rijn (7:17)
25 Droogmakerijen 1532-1643 (0:53)
26 Christiaan Huygens (4:18)
27 Hugo de Groot (4:12)

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 25 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Video

Deze slide heeft geen instructies

tijdvak 6: tijd van regenten en vorsten (1600-1700) / Gouden Eeuw / 17e eeuw

23. het streven van vorsten naar absolute macht; 

tijdvak 7: tijd van pruiken en revoluties (1700-1800) / eeuw van de Verlichting/ 18e eeuw

27. rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving:
godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen;
28. voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op eigentijdse verlichte
wijze vorm te geven (verlicht absolutisme);
30. de democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten,
grondrechten en staatsburgerschap. 
KA 27 - Rationeel optimisme en 'verlicht denken'

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van pruiken en revoluties, 1600 - 1700
De Verlichting
Filosofische stroming, gebaseerd op rationalisme - logisch nadenken
Vier uitgangspunten:
  • Rationeel optimisme - geloven in vooruitgang, wereld beter begrijpen door: observeren, experimenteren, logisch nadenken: maakbare betere samenleving

  • Verspreiden kennis - tegen domheid, bijgeloof, encyclopedie

  • Vrijheid - denken vraagt om vrijheid(geen invloed van kerk, absoluut vorst!)

  • Gelijkheid - alle mensen zijn gelijk, geen standensamenleving!
  • godsdienst is persoonlijk

KA 27 - Rationeel optimisme en 'verlicht denken'

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijd van pruiken en revoluties, 1600 - 1700
De verlichting en politiek
KA 27 - Rationeel optimisme en 'verlicht denken'
De mens heeft 'van nature' bepaalde grondrechten; de natuurrechten. Mensen zijn gelijkwaardig en je mag niet handelen in het nadeel van een ander. In de vroege 'eenvoudige' tijden leefde de mens in een 'natuurtoestand'. Aan deze natuurtoestand kwam een einde toen de bevolking begon te groeien en er regeringen kwamen om de samenleving te organiseren. 
  • Het volk maakt vrijwillig afspraken met de heerser = sociaal contract (John Locke) 
  • Heerser maakt wetten en dwingt deze af, volk doet afstand van natuurlijk recht om zelf beslissingen te nemen. In ruil voor goed bestuur heerser. Zo niet dan heeft volk het recht om heerser af te zetten.
  • Verlaten natuurtoestand is slecht. Heerser maakt misbruik van positie. Directe democratie is beter. (participatie)

  • Bij een goede versie van sociaal contract is men 'samen' opzoek naar beste oplossing voor iedereen = algemene wil

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 
  • Volgeling van Locke. 
  • 'Hoe een regering het beste wordt vormgegeven' --> corruptie en machtsmisbruik  voorkomen. 
  • Groot bewonderaar Atheense democratie + was daarom ook voorstander van actieve burgers.
  • Om machtsmisbruik tegen te gaan is het belangrijk dat elke macht gecontroleerd wordt. 
  • Montesquieu komt daarom met een uitvoerende, wetgevende en controlerende macht. 
  • Uitvoerende macht kan het beste een koning zijn. 

Tijd van pruiken en revoluties, 1600 - 1700
Verlichting en politiek/Montesquieu/Trias Politica
KA 27 - Rationeel optimisme en 'verlicht denken'

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Ook Smith gelooft : mens handelt uit eigenbelang. De mens heeft altijd zijn eigen welzijn voor ogen, en doet zijn best zoveel mogelijk rijkdom en aanzien te vergaren.

  • Dat is geen probleem omdat de mens op deze manier niet alleen zichzelf vooruit helpt, maar ook de maatschappij; het starten van een eigen bedrijf zorgt voor werkgelegenheid en producten die anderen willen.

  • Markt moet groot en open zijn. 
  • Overheid moet zich niet bemoeien met de markt. 
  • Een grote en open markt zorgt voor concurrentie en dus specialisatie. 
  • Zo kan het individu doen waar hij goed in is. 
  • Producten worden beter, prijzen scherper. 

!Smiths ideeën over de vrijemarkteconomie gelden nog steeds als uitgangspunt voor veel liberale regeringen!
Tijd van pruiken en revoluties, 1600 - 1700
Verlichting en economie/Adam Smith
KA 27 - Rationeel optimisme en 'verlicht denken'

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies