1TL TR 15 De datum

De datum in het Frans
La date en français
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

De datum in het Frans
La date en français

Slide 1 - Tekstslide

Welke Franse woorden ken je al die met de datum te maken hebben? (zoals dagen en maanden?)

Slide 2 - Open vraag

1 - De dagen

Maandag      = lundi

Dinsdag        = mardi

Woensdag   = mercredi

Donderdag  = jeudi

Vrijdag           = vendredi

Zaterdag       = samedi

Zondag          = dimanche



Slide 3 - Tekstslide

2 - De maanden

januari       = janvier                 juli                 = juillet

februari     = février                 augustus    = août

maart         = mars                    september = septembre

april            = avril                      oktober        = octobre

mei             = mai                       november   = novembre

juni             = juin                       december   = décembre







Slide 4 - Tekstslide

3 - De datum met dag
meteen een gewoon getal, behalve bij de eerste van de maand > premier:

- Lundi 22 mai

Mardi 14 avril

Dimanche 1er (premier) septembre


Slide 5 - Tekstslide

4 - De datum zonder dag
meteen een gewoon getal, behalve bij de eerste van de maand EN je zet er ‘le’ voor:


Le 22 mai

Le 14 avril
Le 1er (premier) septembre


Slide 6 - Tekstslide

5 - Het woordje 'op'

Op 15 mei ga ik naar het circus.

                                     Le 15 mai, je vais au cirque.

Op vrijdag 14 juli begint de vakantie.

                                     Vendredi 14 juillet, les vacances commencent.


Het woordje op wordt in het Frans niet vertaald.



Slide 7 - Tekstslide

zaterdag 5 januari
A
samedi 5 février
B
dimanche 5 janvier
C
samedi 5 janvier
D
le 5 janvier

Slide 8 - Quizvraag

vrijdag 2 mei
A
jeudi 2 mars
B
le 2 mars
C
le 2 mai
D
vendredi 2 mai

Slide 9 - Quizvraag

op 10 februari
A
à 10 février
B
sur 10 février
C
dans 10 février
D
le 10 février

Slide 10 - Quizvraag

woensdag 19 september
A
mercredi 19 september
B
vendredi 19 septembre
C
le 19 septembre
D
mercredi 19 septembre

Slide 11 - Quizvraag

14 juli
A
14 juillet
B
le 14 juillet
C
sur 14 juillet
D
à 14 juillet

Slide 12 - Quizvraag

21 maart
A
le 21 mars
B
21 mars
C
à 21 mars
D
lundi 21 mars

Slide 13 - Quizvraag

op 1 november
A
sur 1 novembre
B
1er novembre
C
le 1er novembre
D
le 1 novembre

Slide 14 - Quizvraag

dinsdag 1 juli
A
mardi 1 juillet
B
mardi 1er juillet
C
1 juillet
D
1er juillet

Slide 15 - Quizvraag

donderdag 7 december
A
jeudi 7 décembre
B
jeudi 7 decembre
C
jeudi 7 december
D
jeudi 7 décember

Slide 16 - Quizvraag

zondag 18 augustus
A
samedi 18 août
B
dimanche 18 août
C
dimanche 18 aout
D
dimanche 19 août

Slide 17 - Quizvraag

vrijdag 27 april
A
vendredi le 27 avril
B
vendredi 27 april
C
vendredi 27 avril
D
le 27 avril

Slide 18 - Quizvraag

15 juni
A
15 juin
B
le 15 juin
C
15 juni
D
le 15 juni

Slide 19 - Quizvraag

op woensdag 1 oktober
A
le 1 octobre
B
mercredi 1 octobre
C
le 1er octobre
D
mercredi 1er octobre

Slide 20 - Quizvraag