6.1 Spanningsbronnen

Tekst
Overal 1-2 HV hfst 6
6.1 Spanningsbronnen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScienceMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tekst
Overal 1-2 HV hfst 6
6.1 Spanningsbronnen

Slide 1 - Tekstslide

Planning
TerugblikLeerdoelen
Uitleg 6.1
Opdrachten 6.1 maken

Slide 2 - Tekstslide

Tips/tops docent

Slide 3 - Open vraag

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat er nodig is om elektrische apparaten te laten werken.
Je kunt uitleggen hoe je de spanning kan bepalen via een voltmeter.
Je kunt uitleggen waar je een pluspool en een minpool moet plaatsen bij een voltmeter.

Slide 4 - Tekstslide

Wat kun je allemaal doen met elektrische energie

Slide 5 - Open vraag

6.1 Spanningsbronnen
Opwekken van elektriciteit.

In een elektriciteitscentrale wordt de energie uit een energiebron omgezet in elektrische energie.


Slide 6 - Tekstslide

6.1 Spanningsbronnen
Duurzame energiebronnen: raken niet op en zijn niet schadelijk voor het milieu 

Stromend water.            de zon.             de wind.

Slide 7 - Tekstslide

Duurzame energiebronnen
Fossiele brandstoffen

Slide 8 - Sleepvraag

6.1 Spanningsbronnen
Dynamo

Spanningsbronnen

stopcontact

batterijen

accu's

Slide 9 - Tekstslide

6.1 Spanningsbronnen
Een spanningsbron levert elektrische energie.

De sterkte van een spanningsbron noemen we de Grootheid: spanning (U).  Eenheid: volt (V).
Hoe groter de spanning (V) hoe meer energie die levert.


Een stopcontact heeft
Een spanning van 230 V.

Slide 10 - Tekstslide

1,5 volt

Spanningsbronnen met de verschillende spanningen die zij leveren.

9 volt

4,5 volt

230 volt

2,4/4,2 V
12 volt

Slide 11 - Tekstslide

Zet de spanningsbronnen op volgorde van de laagste spanning naar de hoogst spanning.
Laagste Spanning
Hoogste Spanning

Slide 12 - Sleepvraag

Wat is de spanning van dit stopcontact
A
9 volt
B
200 volt
C
230volt
D
250volt

Slide 13 - Quizvraag

6.1 Spanningsbronnen
Als je een apparaat op een te lage spanning aansluit werkt het apparaat niet of niet goed.
Als je een apparaat op een te hoge spanning aansluit kan het apparaat kapot gaan.

Slide 14 - Tekstslide

6.1 Spanningsbronnen
Polen


Een spanningsbron heeft 2 aansluitpunten.
Dat zijn de polen van de spanningsbron.
Bij batterijen en accu’s heet de ene pool de pluspool en de ander de minpool .

Slide 15 - Tekstslide

6.1 Spanningsbronnen
Voltmeter

Spanning kun je meten met een voltmeter 
of spanningsmeter

Slide 16 - Tekstslide

6.1 Spanningsbronnen
het aansluiten van een voltmeter.

Een volt meter heeft een
min (zwart)en plus (rood)
Aansluiting.

De plus van de batterij sluit
je aan op de plus van de 
voltmeter. 
De min op de min.


Slide 17 - Tekstslide

6.1 Spanningsbronnen
Het aflezen van een voltmeter.

Bepaal eerst waarop het meetbereik is ingesteld 
Op de rechter foto is dat 15 V
Lees hierna de juiste schaal af.
Dus de schaal tot 15V. (bij het sterretje)
De waarde is dan 4,5V (aflezen)



Slide 18 - Tekstslide

Spanning wordt gemeten met een..
A
ampèremeter
B
voltmeter
C
stroommeter

Slide 19 - Quizvraag

Welke waarde geeft de voltmeter aan?
A
1,2V
B
6V
C
12V
D
7 volt

Slide 20 - Quizvraag

Hoeveel volt
geeft deze
ampèremeter aan.
A
0,027 A
B
0,27 A
C
2,7 A
D
27 A

Slide 21 - Quizvraag

Je hebt een voltmeter. Je wilt controleren of een accu 17 V aangeeft. Wel meetbereik wil je kiezen?
A
5 V
B
20V
C
50V
D
70V

Slide 22 - Quizvraag

Opdracht
Je hebt een voltmeter. Je wilt controleren of een accu 17 V aangeeft. Welk meetbereik wil je kiezen?
5 V is te laag voor 17V (apparaat kan kapot gaan)
20 V is goed
50 V is teveel  (apparaat kan niet goed werken)
70 V is ook teveel (apparaat kan niet goed werken)

Slide 23 - Tekstslide

6.1 Spanningsbronnen
Huiswerk

maak de vragen van 6.1

Slide 24 - Tekstslide