In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Industriële revolutie
1750-1850
Een belangrijk keerpunt in de wereldgeschiedenis
Slide 1 - Tekstslide
Boek B
wat gaan we doen?
- video
- begin paragraaf 1
- aan het werk
Slide 2 - Tekstslide
waar denk je aan bij industriele revolutie
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Video
De eerste fabrieken
Industriële revolutie:
Grote verandering in West-Europa door de komst van fabrieken en nieuwe vervoermiddelen aan het eind van de 18e en 19e eeuw.
Begin rond 1750 in Engeland.
Voor de komst van fabrieken:
huisnijverheid = werk dat mensen thuis
voor een ondernemer doen om extra geld
te verdienen. Gebruikten spinwielen en
weefgetouwen.
Slide 5 - Tekstslide
De eerste fabrieken
Huisnijverheid veranderde toen vraag naar katoen toenam. Handelaren haalden katoen uit kolonies in Azië en Amerika.
Rond 1760 konden spinners en wevers de toenemende vraag naar katoenen stoffen niet meer bijhouden.
Ondernemers en uitvinders ontwikkelden nieuwe machines om de productie te verhogen.
Slide 6 - Tekstslide
Spinning Jenny
1764
De Spinning Jenny van James Hargreaves verminderde de hoeveelheid werk die nodig was om draden te spinnen. De handspinmolen werd net als het spinnewiel met de hand aangedreven, maar had 8 spoelen en kon dus 16 draden tegelijk spinnen. Latere versies konden tot 120 draden aan.
Slide 7 - Tekstslide
Waterframe
1769
Het Waterframe van Richard Arkwright was een spinmachine aangedreven door een waterrad. Het Arkwright-waterframe kon 96 katoenen draden tegelijk spinnen, wat een gemakkelijkere en snellere methode was dan ooit tevoren.
Slide 8 - Tekstslide
Stoommachine
Rond 1764
Eerste werkende stoommachine van de industriële revolutie werd uitgevonden door Thomas Newcomen in 1712. Werd gebruikt om water uit kolenmijnen te pompen.
James Watt verbeterde de stoommachine zodat deze gebruikt kon worden om spin- en weefmachines aan te drijven.
Slide 9 - Tekstslide
De eerste fabrieken
De nieuwe machines pasten niet in huiskamers. Ondernemers zetten de machines in grote gebouwen, dichtbij snelstromende rivieren. Stromend water dreef de machines aan.
Fabrieken met machines die door stoommachines werden aangedreven konden overal gebouwd worden.
Slide 10 - Tekstslide
les 2:
herhaling
- vanaf wanneer en in welk land?
- wat is huisnijverheid?
- wat is een spinnning jenny?
waarom waren de eerste fabrieken langs waterwegen?
oorzaken/ gevolgen industriële revolutie,
Slide 11 - Tekstslide
Oorzaken van de industrialisatie
Verbeteringen in de landbouw- meer voedsel- Bevolkingsgroei- meer vraag textiel.
Het aantal arbeidskrachten nam toe: boeren werkloos. door efficiëntere landbouw. Trokken naar de steden op zoek naar werk.
Goedkope grondstoffen (o.a. katoen) beschikbaar uit Britse kolonies.
Grote voorraden steenkool en ijzererts (Engeland)
nieuwe uitvindingen
Slide 12 - Tekstslide
Gevolgen industrialisatie
Van landbouw-stedelijke samenleving naar industriële samenleving (in de periode 1750 - 1850)
Industriële samenleving = samenleving waar industrie het voornaamste middel van bestaan is
Huisnijverheid maakt plaats voor massaproductie
Massaproductie = Met machines grote hoeveelheden van dezelfde producten maken
Slide 13 - Tekstslide
Gevolgen industrialisatie
Landelijke gebieden worden industriële gebieden met grote, dichtbevolkte steden
Betere verbinding over water en land --> kanalen aangelegd, spoorwegen aangelegd