Oefeningen voor SE havo 4

Schoolexamen S31
  • 1. Leesvaardigheid H1 t/m 3 + argumenteren H1+ H2 (combinatiecijfer telt 3x mee onder tekst)
  • 2.  formuleren H1 (combinatiecijfer telt 2x mee onder taal)
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Schoolexamen S31
  • 1. Leesvaardigheid H1 t/m 3 + argumenteren H1+ H2 (combinatiecijfer telt 3x mee onder tekst)
  • 2.  formuleren H1 (combinatiecijfer telt 2x mee onder taal)

Slide 1 - Tekstslide

Lessen vandaag
  • Eerste uur: oefenen
  • Vierde uur:  vragenuurtje (optioneel)
  • OEFEN DE D-TOETSEN DIE JE IN DE PLANNER IN IT'S LEARNING VINDT!

Slide 2 - Tekstslide

Soorten argumenten (blz 185 - 189)
  • feiten
  • onderzoek of wetenschap
  • normen en waarden
  • vermoedens
  • geloof of overtuiging
  • gezag of autoriteit 
  • nut

Slide 3 - Tekstslide

Je moet minder vlees eten. Uit onderzoek blijkt dat dit goed is voor het milieu.
A
feiten
B
onderzoek of wetenschap
C
vermoedens
D
gezag of autoriteit

Slide 4 - Quizvraag

Die jongen kan beter bij de Mac Donalds gaan eten. Je eet toch niet met je handen in een restaurant.
A
geloof of overtuiging
B
normen en waarden
C
feiten
D
gezag of autoriteit

Slide 5 - Quizvraag

Soort argument?
‘Met het vliegtuig reizen is minder gevaarlijk dan met de auto. Toch pakken de meeste mensen liever de auto dan het vliegtuig. Dat is vreemd.’

Slide 6 - Tekstslide

‘Met het vliegtuig reizen is minder gevaarlijk dan met de auto. Toch pakken de meeste mensen liever de auto dan het vliegtuig. Dat is vreemd.’
A
feiten
B
normen en waarden
C
nut
D
vermoedens

Slide 7 - Quizvraag

‘Van roken is immers onomstotelijk bewezen dat het dodelijk is.’ Aan welk signaalwoord herken je 't argument?

Slide 8 - Open vraag

‘Om de vervelende emoties die daarmee gepaard gaan het hoofd te bieden gaat hij dus knoeien met zijn kansen.’

Aan welk signaalwoord herken je het standpunt?

Slide 9 - Tekstslide

‘Om de vervelende emoties die daarmee gepaard gaan het hoofd te bieden gaat hij dus knoeien met zijn kansen.’

Slide 10 - Open vraag

Redeneringen (blz 191 - 193)
Soorten redeneringen:
  • Op basis van oorzaak en gevolg
  • Op basis van een overeenkomst
  • Op basis van voorbeelden
  • Op basis van voor- en nadelen
  • Op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 11 - Tekstslide

‘Om de vervelende emoties die daarmee gepaard gaan het hoofd te bieden gaat hij dus knoeien met zijn kansen.’

Van welke type redenering is hier sprake?

Slide 12 - Tekstslide

‘Om de vervelende emoties die daarmee gepaard gaan het hoofd te bieden gaat hij dus knoeien met zijn kansen.’
A
kenmerk
B
overeenkomst
C
voorbeelden
D
oorzaak-gevolg

Slide 13 - Quizvraag

We hebben straks vast allemaal hoofdpijn, want die wijn was hartstikke goedkoop!
A
oorzaak-gevolg
B
overeenkomst
C
voorbeelden
D
voor- en nadelen

Slide 14 - Quizvraag

Argumentatiestructuren (blz 194 - 197)
  • enkelvoudige argumentatie
  • meervoudige argumentatie
  • onderschikkende argumentatie
  • meervoudige onderschikkende argumentatie

Slide 15 - Tekstslide

Van welke argumentatiestructuur is hier sprake?
‘Met het vliegtuig reizen is minder gevaarlijk dan met de auto. Toch pakken de meeste mensen liever de auto dan het vliegtuig. Dat is vreemd.’

Slide 16 - Tekstslide

Drogredenen (blz 198 - 200)
  • onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • verkeerde vergelijking
  • overhaaste generalisatie
  • cirkelredenering
  • persoonlijke aanval
  • ontduiken van bewijslast
  • vertekenen van standpunt
  • bespelen van het publiek
  • onjuist beroep op autoriteit

Slide 17 - Tekstslide

Drogredenen (blz 198 - 200)
  • Welke drogreden herken je in de volgende zinnen?

‘Maar wat als een van de kinderen nu heel ziek wordt in India, zal ik mezelf dat dan kunnen vergeven?’ vroeg ik voor vertrek aan een vriendin. ‘Nee. Maar dat kan je ook niet wanneer het hier op straat speelt en wordt aangereden’, antwoordde ze.'

Slide 18 - Tekstslide

‘Met het vliegtuig reizen is minder gevaarlijk dan met de auto. Toch pakken de meeste mensen liever de auto dan het vliegtuig. Dat is vreemd.’
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
meervoudige onderschikkende arg.

Slide 19 - Quizvraag

‘Maar wat als een van de kinderen nu heel ziek wordt in India, zal ik mezelf dat dan kunnen vergeven?’ vroeg ik voor vertrek aan een vriendin. ‘Nee. Maar dat kan je ook niet wanneer het hier op straat speelt en wordt aangereden’, antwoordde ze.'
A
cirkelredenering
B
onjuist beroep op autoriteit
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
verkeerde vergelijking

Slide 20 - Quizvraag

Natuurlijk had ik er een reden voor, want anders had ik het niet gedaan.
A
cirkelredenering
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
persoonlijke aanval
D
overhaaste generalisatie

Slide 21 - Quizvraag

Ik vind dat we strengere grenscontroles moeten krijgen. Andere landen doen dat toch ook.
A
verkeerde vergelijking
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
onjuist beroep op autoriteit
D
overhaaste generalisatie

Slide 22 - Quizvraag

Dus jij vindt dat Natuurmonumenten geen goed werk verricht. Het milieu interesseert jou blijkbaar helemaal niets.
A
publiek bespelen
B
persoonlijke aanval
C
onjuist beroep op kenmerk
D
standpunt vertekenen

Slide 23 - Quizvraag

Het klopt gewoon wat ik zeg! Lees de kranten maar!
A
publiek bespelen
B
persoonlijke aanval
C
ontduiken van bewijslast
D
standpunt vertekenen

Slide 24 - Quizvraag

Alleen een idioot zou het prettig vinden om in een dictatoriaal land te leven.
A
publiek bespelen
B
persoonlijke aanval
C
ontduiken van bewijslast
D
standpunt vertekenen

Slide 25 - Quizvraag

Mevrouw Heinrichs had een fout antwoord goed gerekend. Zie je nou wel dat leraren altijd slordig nakijken.
A
publiek bespelen
B
persoonlijke aanval
C
verkeerde vergelijking
D
overhaaste generalisatie

Slide 26 - Quizvraag

Je kunt wel zien dat Mark Rutte aan de macht is. Het gaat namelijk steeds slechter met de euro.
A
ontduiken van bewijslast
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
verkeerde vergelijking
D
overhaaste generalisatie

Slide 27 - Quizvraag

In Spanje worden nog altijd stierengevechten gehouden. Daaraan kun je wel zien dat Zuid-Europeanen geen enkel respect voor dieren hebben.

Slide 28 - Tekstslide

- In Spanje worden nog altijd stierengevechten gehouden. Daaraan kun je wel zien dat
Zuid-Europeanen geen enkel respect voor dieren hebben
A
bespelen van het publiek
B
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
C
verkeerde vergelijking
D
overhaaste generalisatie

Slide 29 - Quizvraag

Op zondag werken is niet zo effectief, want als je het goed bekijkt, zie je dat er dan niet zo veel
uit je handen komt.
A
ontduiken van bewijslast
B
cirkelredenering
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
overhaaste generalisatie

Slide 30 - Quizvraag

Ik heb nou twee literaire romans gelezen, maar die literatuur: daar is niks aan.
A
ontduiken van bewijslast
B
cirkelredenering
C
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
D
overhaaste generalisatie

Slide 31 - Quizvraag

Correct formuleren (blz 206-227)
  • Dubbelopfouten
  • fouten met verwijswoorden
  • incongruentie
  • dat/als-constructie
  • foutieve samentrekking
  • foutieve beknopte bijzin
  • zinnen onjuist begrenzen

Slide 32 - Tekstslide

In zo'n meer zou je niet in moeten zwemmen.
A
onjuiste herhaling
B
tautologie
C
pleonasme
D
dubbele ontkenning

Slide 33 - Quizvraag

Misschien is er dan wel een geschikt vervangend substituut voor benzine gevonden.
A
onjuiste herhaling
B
tautologie
C
pleonasme
D
dubbele ontkenning

Slide 34 - Quizvraag

Het werkstuk staat op mijn computer, ik zal het straks even uitprinten.
A
tautologie
B
contaminatie
C
pleonasme
D
dubbele ontkenning

Slide 35 - Quizvraag

Het is misschien een klein detail, maar ik wil dat je er rekening mee houdt.
A
tautologie
B
contaminatie
C
pleonasme
D
dubbele ontkenning

Slide 36 - Quizvraag

Misschien kun je eventueel invallen voor de helaas zieke collega.
A
tautologie
B
contaminatie
C
pleonasme
D
dubbele ontkenning

Slide 37 - Quizvraag

De stad Barcelona heeft ... plus- en minpunten.
A
zijn
B
haar

Slide 38 - Quizvraag

De lanterfanter ... daar op het gras lag, keek niet op of om.
A
die
B
dat
C
wat

Slide 39 - Quizvraag

Langzaam kropen de wielrenners weg uit de kopgroep, zij kon ... maar moeilijk bijhouden.
A
hun
B
hen
C
zij

Slide 40 - Quizvraag

Het snelste ... die dag gereden werd, was een slakkentempo vergeleken met voorgaande jaren.
A
wat
B
dat

Slide 41 - Quizvraag

De Nederlandse sporters ...
topprestaties verwacht worden, trainen erg hard.
A
waarvan
B
van wie

Slide 42 - Quizvraag

Het sneeuwt in het westen, ...
voor veel vertragingen zorgt bij de NS.
A
dat
B
wat

Slide 43 - Quizvraag

Daarom vind ik dat als films schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld, ze niet voor tien uur 's avonds moeten worden uitgezonden.

Slide 44 - Tekstslide

Daarom vind ik dat als films schokkende beelden bevatten of vormen van ernstig geweld, ze niet voor tien uur 's avonds moeten worden uitgezonden.

Slide 45 - Open vraag

Het vervallen huis werd afgebroken en de schuren gesloopt.

Slide 46 - Open vraag

Nog slaperig na een te korte nacht maakte de koffie ons weer een beetje wakker.

Slide 47 - Open vraag

Ik heb vanavond mijn koffers al helemaal ingepakt. Waardoor ik morgenochtend wat langer kan uitslapen als ik op vakantie ga.

Slide 48 - Tekstslide

Ik heb vanavond mijn koffers al helemaal ingepakt. Waardoor ik morgenochtend wat langer kan uitslapen als ik op vakantie ga.

Slide 49 - Open vraag

Leraren voelen er natuurlijk niet veel voor om proefwerken tot later uit te stellen.

Slide 50 - Open vraag

Ongeveer 75 procent van de deelnemers hebben zich opgegeven via onze website.

Slide 51 - Open vraag