8.4 deel 1

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Mens en Maatschappij Hoofdstuk: 8.4 deel 1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van M&M en open deze op blz 152.

2. Lesdoel

Aan het einde van de les:

- kun je beschrijven hoe de overheid voor vrijheid zorgt

- Kun je uitleggen hoe burgers voor vrijheid zorgen

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht opdracht 1 t/m 8 op bladzijde 152 t/m 154. 

-

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Lars, Daan, Philip, Vince 

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Jules, Angelo

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Klassieke grondrechten stellen dat de overheid zich met zo min mogelijk dingen moet bemoeien

1. Juist
2. Onjuist

Een mens heeft recht op onderwijs. Dit is een voorbeeld van sociale recht.

1. Juist
2. Onjuist

Zal de sociale controle in een stad groter of kleiner zijn dan in een dorp?

1. Groter
2. Kleiner

Iemand die acociaal is, houdt veel/weinig rekening met anderen

1. Veel
2. Weinig

Wie maakt wat?

Had je alle vragen van de mini-check goed?

Dan mag je zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 8 op bladzijde 152 t/m 154

De rest doet mee met de instructie. 

Vrijheid wie zorgt daarvoor?

De overheid bestaat uit de regering en alle mensen die in dienst van de regering werken, zoals politieagenten en belastinginspecteurs. 

Klassieke grondrechten:
Dat de overheid zich met zo min mogelijk dingen moet bemoeien.

De klassieke grondrechten zijn bijvoorbeeld:

recht op vrijheid, gelijkheid en privacy.

Vrijheid wie zorgt daarvoor?

Sociale grondrechten:

Die stellen dat mensen recht hebben op onderwijs, zorg en inkomen als ze ziek, oud of werkeloos zijn. 

Sociale grondrechten kosten veel geld. Om de kosten niet te hoog te maken, moeten ze zelf zorgen voor veel dingen die ze nodig hebben. 

Dat heet ook wel participatie. 

Participatie

Participatie = meedoen/ zelf zorgen

. 

Bijvoorbeeld: als je ouders ziek zijn, hebben ze recht op hulp. Maar dat wil niet zeggen dat de overheid hier altijd voor moet zorgen. Misschien kun jij wel helpen bij de verzorging. Als dat echt niet lukt, dan helpt de overheid.

Voordeel

Een voordeel van een grote sociale controle is dat mensen elkaar kennen en dus ook in de gaten houden. Hierdoor zal criminaliteit een stuk lager zijn! Daarbij zullen mensen elkaar veel meer helpen.

Nadeel:

Door een grote sociale controle zal jouw individuele vrijheid kleiner zijn.

Individuele vrijheid

Is de vrijheid om te doen wat je zelf wil.

Je zult nooit complete individuele vrijheid hebben...

Mensen die weinig of geen rekening houden met anderen, zijn asociaal.

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lars, Daan, Philip, Vince jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 8 op bladzijde 152 t/m 154

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Jules, Angelo of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 2 + 6.

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 8 op bladzijde 152 t/m 154

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de herhalingsopdrachten op blz 158.

Helemaal klaar? Dan mag je even op de IPad.

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je beschrijven hoe de overheid voor vrijheid zorgt?

- Kun je uitleggen hoe burgers voor vrijheid zorgen?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Donderdag 20 juni

8.4 opdracht 1 t/m 8

Toetsen LJ1: