Thema 7 dictee 2
1 / 39
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Eén oma - twee .....
Slide 11 - Open vraag
Eén tralie - twee .....
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Op welke plek hoort het woord?
Slide 17 - Sleepvraag
Het is ...... schommel.
Slide 18 - Open vraag
Het is ...... beslag.
Slide 19 - Open vraag
Het is ...... dans.
Slide 20 - Open vraag
Het is ...... zonnebril.
Slide 21 - Open vraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Open vraag
Slide 24 - Open vraag
Slide 25 - Open vraag
Slide 26 - Open vraag
Slide 27 - Open vraag
Slide 28 - Tekstslide
Wat is NIET correct geschreven?
A
Isa's broertje
B
Jackie's fiets
C
Fennas kleding
D
Ryans optreden
Slide 29 - Quizvraag
De hond van Ronny.
Wat is de bezitsvorm?
Wat is de bezitsvorm?
A
Ronnys hond
B
Ronny's hond
Slide 30 - Quizvraag
Kies de juiste bezitsvorm
A
Sam's fiets
B
Sams fiets
Slide 31 - Quizvraag
De fiets van Maurice.
Wat is de bezitsvorm?
Wat is de bezitsvorm?
A
Maurice' fiets
B
Maurices fiets
Slide 32 - Quizvraag
De fiets van Lars.
Wat is de bezitsvorm?
Wat is de bezitsvorm?
A
Lars' fiets
B
Lars fiets
Slide 33 - Quizvraag
Bezitsvorm. Welke is goed ?
A
Ali's telefoon
B
Mijn vader's gitaar
C
Rianne's wens
Slide 34 - Quizvraag
Het boek van Max.
Wat is de bezitsvorm?
Wat is de bezitsvorm?
A
Max' boek
B
Maxs boek
C
Max's boek
Slide 35 - Quizvraag
Het paard van Rianne.
Wat is de bezitsvorm?
Wat is de bezitsvorm?
A
Riannes paard
B
Rianne's paard
C
Riannes' paard
Slide 36 - Quizvraag
Bezitsvorm
Helena + fiets
Helena + fiets
A
Helenaas fiets
B
Helena's fiets
C
Helenas fiets
Slide 37 - Quizvraag
Kies de juiste bezitsvorm
A
Ferres pennenzak
B
Ferre's pennenzak
