Spelling 1 mavo/havo blok 5 bezitsvorm

Bezitsvorm
Spelling blok 5, bladzijde 240 t/m 242
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bezitsvorm
Spelling blok 5, bladzijde 240 t/m 242

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les:
* kun je de bezitsvorm van zelfstandige naamwoorden spellen;

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Slide 3 - Open vraag

Wat is de bezitsvorm?

Slide 4 - Open vraag

 Bezitsvorm
De bezitsvorm maak je door een -s achter het zelfstandig naamwoord te zetten.

Voorbeeld
[1] Gerards hond, Hannekes moeder, Jantiens auto, mijn zusjes kleren, mijn broers rapport

Slide 5 - Tekstslide

 Bezitsvorm
Je schrijft de s bijna altijd vast aan het zelfstandig naamwoord.

Voorbeeld
[2] Elines tafel, Maries koffie, Aries hond. 

Slide 6 - Tekstslide

 Bezitsvorm
Als het zelfstandig naamwoord op een lange klinker of een y eindigt, schrijf je 's.

Voorbeeld
[3] Johanna's stem, oma's fiets, Rinaldo's studie, Naomi's ouders.

Slide 7 - Tekstslide

Bezitsvorm
Wanneer een naam eindigt op een sisklank, komt er achter de naam alleen een apostrof.

Voorbeeld
[4] Morris' tas, Patrice' kapsel, Max' nieuwe cd. 

Slide 8 - Tekstslide

De fiets van Lars.
Wat is de bezitsvorm?
A
Lars' fiets
B
Lars fiets

Slide 9 - Quizvraag

Kies de juiste bezitsvorm
A
Tülay's telefoon
B
Tülays telefoon

Slide 10 - Quizvraag

De hond van Ronny.
Wat is de bezitsvorm?
A
Ronnys hond
B
Ronny's hond

Slide 11 - Quizvraag

Het boek van Max.
Wat is de bezitsvorm?
A
Max' boek
B
Maxs boek
C
Max's boek

Slide 12 - Quizvraag

Bezitsvorm. Welke is goed ?
A
Ali's telefoon
B
Mijn vader's gitaar
C
Rianne's wens

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze (bezitsvorm)?
A
Maikels auto; Sanne's auto
B
Max' auto; Mieke's auto
C
Isa's auto; Marks auto
D
Bas' auto; Maurice's auto

Slide 14 - Quizvraag