Present Perfect

Present Perfect
Bestaat uit 2 delen:
1. has/have   +   2. voltooid deelwoord:-regelmatige ww.+ed
                                                              -onregelmatige ww. TB blz.161,
* has: he-she-it                                                                          3e vorm
* have: de rest
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Present Perfect
Bestaat uit 2 delen:
1. has/have   +   2. voltooid deelwoord:-regelmatige ww.+ed
                                                              -onregelmatige ww. TB blz.161,
* has: he-she-it                                                                          3e vorm
* have: de rest

Slide 1 - Tekstslide

Maak de zinnen af. Gebruik de Present Perfect.
Wat komt er op de open plek te staan?
He .................... (clean) his room.

Slide 2 - Open vraag

My parents .................... (be)to Paris.

Slide 3 - Open vraag

We .................... (help) them many times.

Slide 4 - Open vraag

David .......... never .......... (see) this before.

Slide 5 - Open vraag

"Elvis .................... (leave) the building!"

Slide 6 - Open vraag

Emma .................... (eat) too much ice cream.

Slide 7 - Open vraag

I .................... (forget) my mobile phone!

Slide 8 - Open vraag

The train .......... just .......... (arrive).

Slide 9 - Open vraag

Susan and Dennis .................... (dance) for two hours now!

Slide 10 - Open vraag

Tim ..................... (hear) some strange noises.

Slide 11 - Open vraag

I .......... always .......... (like) Elly and Nelly.

Slide 12 - Open vraag

She .................... (say) so many things.

Slide 13 - Open vraag

What .......... you .......... (do) this time?!?

Slide 14 - Open vraag

I .................... (know) him all my life.

Slide 15 - Open vraag

That man .................... (drink) too much wine.

Slide 16 - Open vraag

They .......... never .......... (meet) before.

Slide 17 - Open vraag

Maggy .......... not .......... (decide) yet.

Slide 18 - Open vraag

They .......... just .......... (sell) their house.

Slide 19 - Open vraag

Vragend maken
Zet have/has vooraan, schrijf de rest over en plaats een ? achteraan:
He has cleaned his room.
Has he cleaned his room?
My parents have been to Paris.
Have my parents been to Paris?

Slide 20 - Tekstslide

Maak een vraagzin van deze zin:
My cat has caught a mouse.

Slide 21 - Open vraag

They have tried to open the door.

Slide 22 - Open vraag

She has driven the car too fast.

Slide 23 - Open vraag

The snake has bitten the monkey.

Slide 24 - Open vraag

Ontkennend maken
Zet 'not' achter has/have:
He has cleaned his room.
He has not (hasn't) cleaned his room.
My parents have been to Paris.
My parents have not (haven't) been to Paris.

Slide 25 - Tekstslide

Maak deze zin ontkennend met de verkorte vorm:
It has snowed all night long.

Slide 26 - Open vraag

They have travelled to London by train.

Slide 27 - Open vraag

She has written many books.

Slide 28 - Open vraag

You have drawn a red circle.

Slide 29 - Open vraag