H2 - §2.2 Dichtheid

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blik
  • lesdoelen §2.2
  • instructie §2.2
  • practicum
  • maken opgave uit het boek 
  • Les afsluiting

 


§2.2 - Dichtheid
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom in de les
Vandaag:
  • terug blik
  • lesdoelen §2.2
  • instructie §2.2
  • practicum
  • maken opgave uit het boek 
  • Les afsluiting

 


§2.2 - Dichtheid

Slide 1 - Tekstslide

Vragen §2.1

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik

Slide 3 - Tekstslide

Opgave 10

Slide 4 - Tekstslide

Opgave 13

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 24

Slide 6 - Tekstslide

12 mg = ... g
A
1,2
B
0,012
C
1200
D
0,12

Slide 7 - Quizvraag

1400 g = ... kg
A
1,4
B
14.000
C
14
D
0,14

Slide 8 - Quizvraag

2,5 ton = ... kg
A
0,25
B
25.000
C
2.500
D
25

Slide 9 - Quizvraag

42.000 mg = ... g
A
42
B
0,042
C
420
D
0,42

Slide 10 - Quizvraag

30.000 cm3 = ... dm3
A
3.000
B
0,3
C
3
D
30

Slide 11 - Quizvraag

0,0531 L = ... cm3
A
5.310
B
53,1
C
53.100
D
531.000

Slide 12 - Quizvraag

3.700 mL = ... L
A
0,37
B
37
C
3,7
D
370

Slide 13 - Quizvraag

351.000 cL = ... mL
A
351
B
3.510
C
351.000.000
D
3.510.000

Slide 14 - Quizvraag

§2.2 - Je leert
  • de dichtheid van een stof berekenen;
  • met de dichtheid de massa of het volume van een stof berekenen;
  • voorspellen of een voorwerp zinkt, zweeft of drijft.

Slide 15 - Tekstslide

Dichtheid

Slide 16 - Tekstslide

Wat is zwaarder?
1 kg spijkers of 1 kg veren?

Slide 17 - Tekstslide

Wat neemt meer ruimte in?
1 kg spijkers of 1 kg veren?

Slide 18 - Tekstslide

Waar denk je aan bij Dichtheid?

Slide 19 - Woordweb

Dichtheid
De dichtheid zegt iets over hoeveel materiaal (massa) er in een bepaalde ruimte (volume) zit. De combinatie van deze twee grootheden geeft je de dichtheid

Elke stof heeft zijn eigen dichtheid. Als je gaat kijken naar hoeveel 1 cm3 goud weegt, dan is dat altijd 19,3 gram. Bij aluminium is dat 2,7 g per cm3

Slide 20 - Tekstslide

Dichtheid 
Door de dichtheid van een stof te bepalen kun je er dus achter komen met welke stof je te maken hebt. Dit is dus een stofeigenschap!

Tabel 15, 16 & 17

Slide 21 - Tekstslide

Dichtheid
Om de dichtheid van een stof te berekenen, moeten we de massa delen door het volume.


ρ=Vm
dichtheid=volumemassa

Slide 22 - Tekstslide

Dichtheid
Om de dichtheid van een stof te berekenen, moeten we de massa delen door het volume.


ρ=Vm
ρ  Vm

Slide 23 - Tekstslide

Massa
De massa bepaal je met een balans.

Slide 24 - Tekstslide

Volume
Volume kun je bepalen met de onderdompelmethode

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld
Bereken de dichtheid van het blokje. 
Gegeven: m = 324 g


Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld
Bereken de dichtheid van het blokje. 
Gegeven: m = 324 g

Gevraagd:

Formule: 
Berekening: V = 4 x 3 x 10 = 120 cm


Antwoord:
ρ=Vm
ρ=Vm=120324=2,7
2,7 cm3g
ρ= ? (cm3g)

Slide 27 - Tekstslide

Een symbool voor massa kan zijn...
A
g
B
cm
C
p
D
m

Slide 28 - Quizvraag

Welke formule gebruik je bij het berekenen van het volume?
A
l x b x h
B
m/v
C
p x v
D
p=m:v

Slide 29 - Quizvraag

Wat heeft het kleinste volume
A
kilo goud
B
kilo veren
C
kilo water
D
kilo katoen

Slide 30 - Quizvraag

Wat is het zwaarste...
A
een kilo zilver
B
een kilo veren
C
een kilo lood
D
twee kilo piepschuim

Slide 31 - Quizvraag

Dichtheid
Kan een cherrytomaat blijven drijven?

Slide 32 - Tekstslide

Dichtheid
Stoffen hebben een verschillende dichtheid. Hoe lager de dichtheid, hoe makkelijker iets blijft "drijven". 

Rechts een glas met veel stoffen met een verschillende dichtheid.

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Video

drijven, zweven en zinken

Slide 35 - Tekstslide

Practicum Aluminiumfolie
Je gaat de dikte van aluminiumfolie bepalen!
- bedenk zelf een werkplan.
- je werkt in tweetallen
- gebruik eventueel de hulpkaarten
timer
30:00

Slide 36 - Tekstslide

Pak je agenda!
Noteer in het blauwe gedeelte voor de volgende les

  • Lezen §2.2 uit je boek
Maak all opgaven behalve route ✱



Slide 37 - Tekstslide

Aan de slag!

  • Lezen §2.2 uit je boek

  • Maak all opgaven behalve route ✱



Zf

Slide 38 - Tekstslide

Wat weet je al???

Slide 39 - Tekstslide

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 40 - Quizvraag

De eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g

Slide 41 - Quizvraag

Als je het de massa deelt door het volume dan bereken je...
A
het gewicht
B
de inhoud
C
de dichtheid
D
de zwaarte

Slide 42 - Quizvraag

De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.

Wat kun je zeggen over de dichtheid?
A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 43 - Quizvraag

Zout water heeft ...
A
een hogere dichtheid dan zoet water
B
een lagere dichtheid dan zoet water
C
dezelfde dichtheid als zoet water

Slide 44 - Quizvraag

De dichtheid van 1 kilogram lood en 1 gram lood
A
is gelijk
B
is niet gelijk

Slide 45 - Quizvraag

welk voorwerp, A of B, heeft de grootste dichtheid?
A
blok A
B
blok B
C
de dichtheid van beide blokken is even groot
D
dat kun je niet zeggen! (te weinig gegevens)

Slide 46 - Quizvraag

De dichtheid van de badeend is ...... dan/als de dichtheid van water
A
groter
B
kleiner
C
gelijk
D
kun je niet zeggen

Slide 47 - Quizvraag

Slide 48 - Tekstslide

De dichtheid van de sleutel is ......... dan/als de dichtheid van water
A
groter
B
kleiner
C
gelijk
D
Kun je niet zeggen

Slide 49 - Quizvraag

De dichtheid van de zeep is ......... dan/als de dichtheid van water
A
groter
B
kleiner
C
gelijk
D
Kun je niet zeggen

Slide 50 - Quizvraag

De dichtheid van de vis is ......... dan/als de dichtheid van water
A
groter
B
kleiner
C
gelijk
D
Kun je niet zeggen

Slide 51 - Quizvraag

Kun je nu ...?
  • de dichtheid van een stof berekenen;
  • met de dichtheid de massa of het volume van een voorwerp berekenen;
  • voorspellen of een voorwerp zinkt, zweeft of drijft;




Slide 52 - Tekstslide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 53 - Poll