TW3 eerste les 2025 V3

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Welkom allemaal!
Fijne vakantie gehad? Uitgerust? Weer zin in?

Nee.... ik heb nog geen cijfers, die komen uiterlijk woensdag 15 januari.

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Planner bespreken
Toets voor TW 3 bespreken
Lezen H3
Zelfstandig werken 

Slide 3 - Tekstslide

Planning
Deze periode: schrijven (en woordenschat)
Toets in TW3: overtuigende tekst schrijven.

We gaan deze periode ook 'Lezen',  'Formuleren' en 'Spelling' behandelen, allemaal nodig voor je toets.

Slide 4 - Tekstslide

Nu eerst doen
Je krijgt per tweetal 4 teksten (staan online in jullie gedeelde mapje: ELO, bronnen, gedeelde documenten. NE V3 24/25).
Bepaal per tekst wat het tekstdoel is en schrijf op waaraan je dat herkent. Als je even niet meer weet wat tekstdoelen zijn, lees dan de theorie op blz. 112 nogmaals door.

Slide 5 - Tekstslide

 Talent 3.3 lezen
Je leert:
  • wat een betoog is;
  • objectieve en subjectieve argumenten herkennen;
  • hoe je argumenten kritisch kunt lezen;
  • argumenten, tegenargumenten en weerleggingen herkennen.

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen objectieve en subjectieve informatie?

Slide 7 - Open vraag

Leg uit dat in een filmbespreking altijd sprake is van twee tekstdoelen.

Slide 8 - Open vraag

Betoog 

Slide 9 - Tekstslide

Wat weet je al van
een betoog?

Slide 10 - Woordweb

Wat is een betoog? 

In een betoog geeft de schrijver zijn mening en licht die toe met argumenten.

Een betoog heeft meestal een driedeling: inleiding, middenstuk en slot.


Slide 11 - Tekstslide

Kritisch lezen van argumenten

In een betoog zijn het vooral de argumenten die je kritisch moet lezen/beoordelen. 

Bij objectieve argumenten vraag je je af: is dit waar? Is het werkelijk gebeurd? Is dit onderzocht?
Bij subjectieve argumenten: Vind ik dit ook? Komt dit overeen met mijn mening? Waarop is dit gebaseerd?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de inhoudelijke tekstopbouw van een betoog?
Inleiding
middenstuk
Slot
De schrijver geeft argumenten voor zijn mening.
De schrijver trekt een conclusie of vat het belangrijkste samen.
De schrijver geeft zijn mening over het onderwerp.

Slide 13 - Sleepvraag

Waarom wordt een beoordeling tot de betogende teksten gerekend?

Slide 14 - Open vraag


Is het argument objectief of subjectief?
Ik zou deze jas niet kopen, want hij is echt te duur.
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 15 - Quizvraag


Is het argument objectief of subjectief?
Ik ga liever naar café Rosa, want dat is minder ver
fietsen vanaf mijn huis.
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 16 - Quizvraag

Is het argument objectief of subjectief?
Veel ontbijtgranen zijn ongezond, want slechts 44%
van de ontbijtgranen in de winkel krijgt volgens de
Consumentbond de hoogste beoordeling (een A)
voor gezonde ingrediënten.
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 17 - Quizvraag

Is het argument objectief of subjectief?
Het is vandaag een goede dag om naar het strand
te gaan, want het is lekker warm.
A
subjectief argument
B
objectief argument

Slide 18 - Quizvraag

Welke argumenten zijn sterker: objectieve of subjectieve argumenten?
Leg je antwoord uit.

Slide 19 - Open vraag

Welk argument heeft meer ondersteuning nodig, een objectief of een subjectief
argument? Leg je antwoord uit.

Slide 20 - Open vraag

Kunnen subjectieve argumenten ook waar zijn?
Leg je antwoord uit.

Slide 21 - Open vraag

Waarom?


Of het op een plek buiten drie graden onder nul is, kun je controleren. Je kunt kijken op een thermometer of op een weersite op internet. Dit is dus een objectief argument. Of het buiten koud is, is subjectief. Jij vindt het misschien koud buiten, maar dit hoeft niet voor iedereen te gelden. 

Bij een subjectief argument kan het dus zo zijn dat iemand een andere mening heeft en het niet eens is met jou!

Slide 22 - Tekstslide

Subjectieve argumenten

Subjectieve argumenten worden ook wel waarderende argumenten genoemd. Objectieve (feitelijke) argumenten kun je altijd controleren op hun juistheid. Subjectieve argumenten niet. 

Als vandaag alles open is, dan ga ik liever naar de Pathé dan naar het Forum, want de Pathé is een betere bioscoop.

Slide 23 - Tekstslide

Zelfstandig werken:
Maken Lezen 3.3 opdrachten 1,2 en 4

Slide 24 - Tekstslide