H6 2v 6.1

Terugblik
Uitleg
Oefenen
Controle
Uitleg
Terugblik & Testje
Op plaats blijven
Vinger opsteken
Docent verstaanbaar
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Terugblik
Uitleg
Oefenen
Controle
Uitleg
Terugblik & Testje
Op plaats blijven
Vinger opsteken
Docent verstaanbaar

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik heb de repetitie af gekregen.
A
Ja!
B
Ja, maar net.
C
Nee, bijna
D
Nee.

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op of aanmerkingen over de repetitie. Wat je nog erover kwijt wil.

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6.1 Licht en kleur
  • Je kunt een voorbeeld geven van een natuurlijke en een kunstmatige lichtbron.
  • Je kunt uitleggen wat een spectrum is en hoe je een spectrum zichtbaar maakt.
  • Je kunt uitleggen hoe je een voorwerp met een bepaalde kleur ziet.
  • Je kunt uitleggen tussen welke golflengten het gebied van zichtbaar licht ligt.
  • Je kunt uitleggen wat subtractieve en additieve kleurmening is.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H6 Licht
Repetitie H6 Licht 13 mei.
Zelfstandig of klassikaal uitleg.
Dezelfde doelen. Testje.
Maken 6.1 opdrachten 1 t/m 11.

Zelfstandig --> Magister, Agenda, vandaag.
Klaar? Melden bij docent.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar komt licht vandaan?

Slide 6 - Woordweb

In welke groepen kunnen we deze lichtbronnen indelen?
In welke twee groepen kunnen we onze lichtbronnen indelen?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lichtbronnen
Vul zelf voorbeelden in:
Natuurlijke lichtbronnen -> lichtbron afkomstig vanuit de natuur
(voorbeeld 1, voorbeeld 2)
Kunstmatige lichtbronnen -> lichtbron die door de mens is gemaakt (voorbeeld 1, voorbeeld 2)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is diffuse terugkaatsing?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Licht valt op voorwerp en wordt diffuus (in alle richtingen) teruggekaatst.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat wit licht en hoe kan je dat laten zien?

zoals zonlicht

Zakspectroscoop

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elektromagnetische straling
grote golflengte
kleine frequentie
kleine golflengte
grote frequentie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zichtbaar licht
tussen 400 nm (violet) en 750 nm (rood)
1 nanometer is 0,000 000 001 meter
1 nm is 0,000 001 mm
1 mm is 0,001 m

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • De reeks kleuren (=spectrum) waar zonlicht uit bestaat zijn rood, oranje, geel, groen, blauw en violet. Dit zijn de zuivere kleuren (=spectraalkleuren) in dit spectrum.
  • Je maakt een spectrum zichtbaar met een driehoekig stuk glas (prisma) of een zakspectroscoop.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kleur die je ziet wordt weerkaatst, de andere kleuren worden geabsorbeerd en omgezet in warmte.
Kleur voorwerp
Weerkaatst
Absorbeert en zet om in warmte
Wit
Bijna alle kleuren
Bijna niets
Zwart
Bijna niets
Bijna alle kleuren
Rood
Rood
Alle andere kleuren
Blauw
Blauw
Alle andere kleuren
...
Geel
...

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wit licht valt op een blauw voorwerp. Welke kleur(en) word(t)(en) weerkaatst?
A
Alle kleuren
B
Blauw
C
Alle kleuren behalve blauw
D
Geen kleuren.

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wit licht valt op een blauw voorwerp. Welke kleur(en) word(t)(en) geabsorbeerd?
A
Alle kleuren
B
Blauw
C
Alle kleuren behalve blauw
D
Geen kleuren.

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Blauw licht valt op een blauw voorwerp. Welke kleur(en) word(t)(en) weerkaatst?
A
Alle kleuren
B
Blauw
C
Alle kleuren behalve blauw
D
Geen kleuren.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Blauw licht valt op een blauw voorwerp. Welke kleur(en) word(t)(en) geabsorbeerd?
A
Alle kleuren
B
Blauw
C
Alle kleuren behalve blauw
D
Geen kleuren.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een natriumlamp geeft maar 1 kleur licht: zuiver geel.
Hoe lijken de volgende voorwerpen onder een natriumlamp? Sleep. Er blijven 2 antwoorden over.
Een wit voorwerp lijkt

Een zwart voorwerp lijkt
Geel
Wit
Grijs
Blauw

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een natriumlamp geeft maar 1 kleur licht: zuiver geel.
Hoe lijken de volgende voorwerpen onder een natriumlamp? Sleep. Er blijven 2 antwoorden over.
Een geel voorwerp lijkt

Een blauw voorwerp lijkt
Geel
Wit
Grijs
Blauw

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Natriumlamp
Een natriumlamp geeft maar 1 kleur licht: zuiver geel.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sfeer
Warme indruk: rood, oranje, geel.
Neutrale/ Koele indruk: blauw, groen.
Neutraal: wit.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beeldscherm
  • Bestaat uit subpixels (lichtgevende streepjes, puntjes, vierkantjes)
  • Subpixels hebben altijd drie kleuren: rood, groen en blauw 
  • Additie = optellen
  • Alle kleuren even fel samen lijken wit.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kleurmenging
additieve kleurmenging
(steeds meer kleur)
  • rood&blauw: magenta
  • groen&blauw: cyaan
  • groen&rood: geel

  • rood, groen&blauw: wit!

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

kleurmenging
subtractief mengen
steeds minder kleur
  • zoals bij inkt, verf en kleurpotloden

  • alle kleuren (cyaan, geel, magenta) samen: zwart!

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefenen
Maken 6.1 opdrachten 1 t/m 11.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Testje
Steff loopt met een groene trui onder een natriumlamp door. Steff kijkt naar zijn trui. Welke kleur heeft zijn trui in dit licht?

Slide 30 - Tekstslide

Kijk bij je buur. Wat heeft jouw buur? Wie heeft dat nog meer gezien bij z'n buur? Welke buur heeft wat anders?
Huiswerk
6.1 opdrachten 1 t/m 4

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Morgen 6.2
Verder met 6.1.
Hoe komt het dat jij de maan kan zien?
Lichtstralen en schaduwen

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies