Middeleeuwen 4

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

eindopdracht
Inleveren: 5 februari

Krant uit de middeleeuwen over het verhaal dat jullie hebben gelezen

Alle tekstdoelen moeten worden verwerkt

Groepsopdracht: iedere leerling schrijft minimaal 3 teksten

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vaak moest de engel zijn vraag stellen voordat Karel hem geloofde?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Hoe noem je een zoektocht die een ridder moet volbrengen om zichzelf te volmaken?
A
avontuur
B
queeste
C
clerus

Slide 4 - Quizvraag

Over welke Karel gaat Karel ende Elegast?
A
Karel III
B
Karel IV
C
Karel V
D
Karel de Grote

Slide 5 - Quizvraag

Een hofdag is een bijeenkomst van de hoge adel aan het Koninklijk hof
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Troubadours waren rondtrekkende dichters
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

Voor de middeleeuwen bestonden er nog geen toneelstukken
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Mariken van Nieumeghen behoort tot de geestelijke literatuur
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Vóór 1100 werden teksten in de volkstaal bijna nooit opgeschreven.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Door de boekdrukkunst veranderde de vorm van literatuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Het huidige Nederland werd pas na de Middeleeuwen belangrijk voor de Nederlandstalige cultuur.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

De middeleeuwse maatschappij was theocentrisch. Wat betekent dat?
In het dagelijks leven ...
A
... staat de wetenschap centraal.
B
... staan God en godsdienst centraal.
C
... staan geld en economie centraal.
D
... staat iemand die Theo heet centraal.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is opvallend aan middeleeuwse verhalen?
A
Ze gaan altijd over ridders
B
Ze zijn geschreven in sierlijke letters
C
Ze zijn geschreven in dichtvorm
D
Ze zijn geschreven in het Oudnederlands

Slide 14 - Quizvraag

Verschil in hiërarchie. Dit zie je terug in de rollen van de personages
Een queeste met avonturen
Karel ende Elegast
Morele lessen over hoe je moet leven
Van den Vos Reynaerde
Beatrijs
Exempelen om te laten zien hoe de mens goed (gelovig) kan leven en het slechte kan vermijden

Slide 15 - Sleepvraag

Slide 16 - Tekstslide

Pas in de [ twaalfde eeuw ] ontstaat een beweging om literaire teksten in de 
[                           ] op te schrijven. Door politieke ontwikkelingen wilden adellijke hoven zich [ manifesteren ], , zowel ten opzichte van elkaar als van het volk. Ze wilden een eigen cultuur laten zien met verfijnde regels en 
[                           ]. Dichters moesten 
[                            ] verduidelijken op aarde, zodat het volk het begrijpt.

twaalfde eeuw
volkstaal
manifesteren
omgangsvormen
Gods bedoelingen
afzonderen
vijftiende eeuw
ridderverhalen

Slide 17 - Sleepvraag

Verhaallaag
Het verhaal dat wordt verteld: de sluwe streken van Reynaert, het avontuur van Karel


Allegorie
Gebeurtenissen verwijzen naar andere gebeurtenissen: figuren uit het verhaal verwijzen naar werkelijke personen (Reynaert), bijbelse verwijzingen.

Moraal
De tekst houdt het publiek een spiegel voor. Vaak is een middeleeuwse tekst belerend. Rekent Reynaert af met deze moralistische laag?

Slide 18 - Tekstslide

nieuwsbericht
column
advertentie
horoscoop
ingezonden brief
strip
interview
verslag
verslag
instructie
pamflet
commentaar

Slide 19 - Sleepvraag

Overleg met je groepsgenoten:
Geef uiterlijk vrijdag door
1. Met welke leerlingen werk je samen?
2. Welke verhaal hebben jullie gelezen?
3. Geef minimaal 5 tekstvormen door die jullie gaan uitwerken

Slide 20 - Tekstslide