check bezittelijke vnw. , kloktijden en uitleg rangtelwoorden

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Willkommen in dieser Stunde.

 

Na dit uur weet je of je de bezittelijke voornaamwoorden en de kloktijden al beheerst. Je krijgt in deze les als extraatje ook uitleg over de rangtelwoorden. (eerste, tweede etc.) 

De rangtelwoorden moet je in je opdrachten ook gaan gebruiken

Wat zijn de 8 bezittelijke voornaamwoorden in het Duits?

Had jij ze allemaal?

bestudeer ze nu even goed voor de volgende opdracht:

mijn - mein    

jouw - dein  

haar - ihr   

zijn - sein  

 ons\onze - unser

jullie - euer       

hun - ihr        

uw - Ihr

mijn

jouw

zijn

haar

ons/onze

hun

uw

jullie

mein (e)

dein (e)

sein (e)

ihr (e)

ihr (e)

unser (e)

Ihr (e)

euer

eure

Hoe zat het ook al weer met de kloktijden?

Hoe zeg je in het Duits:

Het is kwart over twaalf

1. Es ist zwölf Uhr
2. Es ist halb zwölf
3. Es ist Viertel nach zwölf
4. Es ist Viertel vor zwölf

Hoe zeg je in het Duits:

Het is half zes?

1. Es ist Viertel vor sechs
2. Es ist Viertel nach sechs
3. Es ist halb fünf
4. Es ist halb sechs

Hoe zeg je in het Duits:

Het is kwart voor drie

1. Es ist Viertel vor drei
2. Es ist drei Uhr
3. Es ist vierzehn nach drei
4. Es ist viertel vor drei

Hoe zeg je in het Duits:

Het is twee uur?

1. Es ist zwei Stunden
2. Es ist zwei Uhr
3. Es ist halb zwei
4. Es ist viertel nach zwei

Hoe zeg je in het Duits:

Het is één uur?

1. Es ist eine Stunde
2. Es ist eins Uhr
3. Es ist ein Uhr
4. Es ist viertel nach eins

Nog niet alles goed? 

Kijk dan in je boek nog eens op blz. 94

Kijk vooral wat je zelf moest opschrijven over: 

Het is 1 uur.

Kunnen jullie...

nog steeds tellen in het Duits? 

Dit heb je nodig, vandaag gaan we een stapje verder.

Als je wil zeggen op welk uur je een vak hebt, gebruik je hiervoor de rangtelwoorden.

rangtelwoorden 

Rangtelwoorden zijn in het Nederlands bijvoorbeeld 

eerste, tweede, derde, vierde, vijfde, zesde enzovoorts

In het Duits 

erste, zweite, dritte, vierte, fünfte, sechste und so weiter

In het Duits gebruiken we dus -te ipv -de.

Let op bij eerste en derde!

Rangtelwoorden als je ze niet voluit hoeft te schrijven: 

1e

2e

3e

1.

2.

3.

In het Duits gebruik je een punt!! om aan te geven dat het om een rangtelwoord gaat. Dit moet je vanaf nu kunnen toepassen.

Vertaal nu de volgende zin:
Op donderdag heb ik het 1e uur Duits.

Opdrachten  in je boek aanpassen:

Zoek in je papieren boek nu opdracht 9 (blz. 107)

en noteer bij vraag 3 dat je het lesuur moet noemen. 

Wann hast du Deutsch?: (lesuur noemen)

Bij opdracht 11 (blz. 108)

In het kader voeg je een bolletje toe en schrijf je op: rangtelwoorden gebruiken

(dit doe je dus door een punt achter het getal te zetten)

Tot zover.

Zijn er vragen over: 

de bezittelijke vnw?

de kloktijden?

de rangtelwoorden?

de opdrachten die je moet maken?

stel ze gerust in de chat in teams.

Dank voor je aandacht en graag tot volgende week!

Blijf de woordjes en zinnen bijhouden met leren. De link van deze les staat straks bij bestanden. Dan kan je het nog eens terugkijken.

Heel veel succes met alles en blijf vooral gezond!