De mondholte is bedekt met slijmvlies. De bekleding van de kaak en rondom het gebit heet tandvlees.
De tong bestaat voornamelijk uit spierweefsel.
Het gehemelte is de grens tussen de mondholte en de keelholte.
Het harde gehemelte gaat achterin over in het zachte gehemelte waar de huig aan hangt.
Aan de zijkant achterin liggen de amandelen (tonsillen). Deze bevatten veel afweercellen en zorgen zo voor bescherming tegen bacteriën.