Herhaling werkwoord en lw zn

Grammatica
1. Stop je telefoon in de telefoontas.

2. Ga op je plek zitten en leg op tafel: 
je laptop en 'Ik moet dit doen' 

Open: LessonUp en de digitale methode.

Nederlands
timer
5:00
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Grammatica
1. Stop je telefoon in de telefoontas.

2. Ga op je plek zitten en leg op tafel: 
je laptop en 'Ik moet dit doen' 

Open: LessonUp en de digitale methode.

Nederlands
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
1. Lezen: Ik moet dit doen
2. Startopdracht en terugblik ww, lw en zn
3. Uitleg - lidwoorden en zelfstandig naamwoorden
(+ uitleg over speciale lidwoorden voor de TL-HAVO)
4. Aan de slag + opdrachten bespreken
5. Lesdoel controleren
6. Afronden en opruimen

Slide 2 - Tekstslide

Lezen

Slide 3 - Tekstslide

Werkwoord
Soms staan er meer werkwoorden in een zin.

Hij heeft een rondje gelopen.
Wij zullen morgen gaan zwemmen.

Alle woorden die je kunt veranderen, zijn werkwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Zelfstandige naamwoorden
Mensen, dieren dingen.

Voor een zelfstandig naamwoord kan je een lidwoord zetten. 

Namen zijn ook zelfstandige naamwoorden. Suzanne en Zwolle zijn dus zelfstandige naamwoorden.

Slide 5 - Tekstslide

Aan het werk!        
We maken de opdracht 'songtekst' in het boek.

Daarna maken jullie de TL-opdrachten af 
OF
Je maakt de oefentoets bij paragraaf 1 en 3.

timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel
controleren        
De lesdoelen waren...

- Je kunt het werkwoord in een zin herkennen.
- Je kunt het lidwoord herkennen.
- Je kunt het zelfstandig naamwoord herkennen.

timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

Voetballen, terugvinden, stilzetten, indutten.
Welk werkwoord is niet scheidbaar?
A
voetballen
B
terugvinden
C
stilzetten
D
indutten

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een scheidbaar werkwoord?

A
appen
B
bellen
C
terugbellen
D
mailen

Slide 9 - Quizvraag

Is 'zijn' een werkwoord of geen werkwoord?
"Dat is zijn sporttas."
A
werkwoord
B
geen werkwoord

Slide 10 - Quizvraag

Sleep alle zelfstandig naamwoorden naar het groene vak
zelfstandig naamwoorden
Hij
maakte
voorzichtig
het
raam
open

Slide 11 - Sleepvraag

Sleep alle zelfstandig naamwoorden in het vak:
Zelfstandig naamwoord

Britt
China
dobbelen
onnodig
paraplu
tijdens

Slide 12 - Sleepvraag

Zelfstandig naamwoord
Geen zelfstandig naamwoord
Glas
Prachtig
Honden
Vriendschap
voor
Woerden
die
alweer

Slide 13 - Sleepvraag

Afronden
Ruim je spullen op.
Blijf op je plek zitten tot de bel gaat.
Je mag even kletsen tot de les voorbij is :) 

Tot de volgende les!

Slide 14 - Tekstslide