Woordvolgorde en vervoegingen oefenen
1 / 18
Lesduur is: 20 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
bleue
demain
une jupe
veux porter
je
Slide 3 - Sleepvraag
veux
aujourd'hui
je
regarder
un film
Slide 4 - Sleepvraag
elle
un pull
porte
à l'école
en hiver
Slide 5 - Sleepvraag
un stylo
à son copain
mon frère
demain
donne
Slide 6 - Sleepvraag
Slide 7 - Tekstslide
Vervoeg: je (donner) ... un cadeau
Slide 8 - Open vraag
Vervoeg: ma famille (regarder) ... un film
Slide 9 - Open vraag
Vervoeg: tu (être) ... beau
Slide 10 - Open vraag
Vervoeg: vous (être) ... à l'école
Slide 11 - Open vraag
Vervoeg: nous (avoir) ... un chien
Slide 12 - Open vraag
Vervoeg: ils (avoir) ... trois chats
Slide 13 - Open vraag
Vervoeg: mes parents (être) ... d'accord.
Slide 14 - Open vraag
Vervoeg: on (manger) ... du chocolat.
Slide 15 - Open vraag
Vervoeg: tu (avoir) ... quel âge?
Slide 16 - Open vraag
Vervoeg: je (être) ... à l'école.
Slide 17 - Open vraag
Vervoeg: ils (demander) ... beaucoup..
