Het Verschil Tussen Past Simple en Present Perfect

Het Verschil Tussen Past Simple en Present Perfect
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het Verschil Tussen Past Simple en Present Perfect

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je het verschil uitleggen tussen de Past Simple en de Present Perfect en kun je deze tijden toepassen in een spreekvaardigheidsoefening.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 1 - Inleiding
Wat is het verschil tussen de verleden tijd en de tegenwoordige tijd?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 2 - Verleden Tijd (Past Simple)
De verleden tijd wordt gebruikt voor acties die in het verleden zijn gebeurd en zijn afgelopen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 3 - Voorbeelden Verleden Tijd
Voorbeeldzin: 'I played soccer yesterday.'

Slide 5 - Tekstslide

Slide 4 - Tegenwoordige Voltooide Tijd (Present Perfect)
De tegenwoordige voltooide tijd wordt gebruikt voor acties die in het verleden zijn begonnen maar nog steeds relevant zijn in het heden.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 5 - Voorbeelden Tegenwoordige Voltooide Tijd
Voorbeeldzin: 'I have lived in this city for 5 years.'

Slide 7 - Tekstslide

Slide 6 - Verschillen Verleden Tijd en Tegenwoordige Voltooide Tijd
De verleden tijd verwijst naar een specifiek moment in het verleden, terwijl de tegenwoordige voltooide tijd de nadruk legt op de gevolgen in het heden.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 7 - Oefening 1
Schrijf een zin in de verleden tijd: 'She _________ (watch) a movie last night.'

Slide 9 - Tekstslide

Slide 8 - Oefening 2
Schrijf een zin in de tegenwoordige voltooide tijd: 'I _________ (never / be) to Japan.'

Slide 10 - Tekstslide

Slide 9 - Spreekvaardigheidsoefening
Werk in tweetallen. Vertel je partner over een belangrijke gebeurtenis in jouw leven. Gebruik zowel de verleden tijd als de tegenwoordige voltooide tijd.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 10 - Samenvatting
De verleden tijd wordt gebruikt voor acties die in het verleden zijn gebeurd en zijn afgelopen, terwijl de tegenwoordige voltooide tijd wordt gebruikt voor acties die in het verleden zijn begonnen maar nog steeds relevant zijn in het heden.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 11 - Evaluatie
Hoe zelfverzekerd voel je je nu over het gebruik van de verleden tijd en de tegenwoordige voltooide tijd? Geef jezelf een score van 1-5, waarbij 1 laag is en 5 hoog.

Slide 13 - Tekstslide