Week 6: Les 1

Semaine 6: Cours 1
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Semaine 6: Cours 1

Slide 1 - Tekstslide

Programme
- Révision
- Les objectifs d'apprentissage
- Avoir
- Le plan
-La famille
- Les mots

Slide 2 - Tekstslide

Révision
1. Je snapt het werkwoord 'être'
2. Je kan een Franse plattegrond maken van jouw huis
3. Je kent nieuwe woorden uit de woordenlijst

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zeg je: Ik ben

Slide 4 - Open vraag

Hoe zeg je: Jullie zijn

Slide 5 - Open vraag

La chambre
L'entrée
Le salon
La salle de bain
La cuisine

Slide 6 - Sleepvraag

dans
A
naast
B
voor
C
achter
D
in

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zeg je: naast

Slide 8 - Open vraag

Hoe zeg je: voor

Slide 9 - Open vraag

Hoe oud ben je?

Slide 10 - Open vraag

Les objectifs d'apprentissage
1. Je snapt het werkwoord 'avoir'
2. Je kan een Franse plattegrond maken van jouw huis
3. We beginnen met het thema 'familie'

Slide 11 - Tekstslide

Avoir (=hebben)
J'ai --> Ik heb
Tu as --> Jij hebt
Il/elle a --> Hij/zij heeft
Nous avons --> Wij hebben
Vous avez --> Jullie hebben
Ils/elles ont --> Zij hebben

Slide 12 - Tekstslide

Le plan
- Bespreking
- Moeilijkheden?
- Wat ging er goed?

Slide 13 - Tekstslide

La famille
le père "luh per" = de vader         l'oncle "lonkluh" = de oom
la mère "la mer" = de moeder.    la tante " la tant" = de tante
le fils "luh fies" = de zoon             le cousin "luh koesehn = de neef
la fille "la fiejuh" = de dochter   la cousine " la koesien" = de nicht
le frère "luh frer" = de broer le grand-père "luh gran per = de opa
la soeur " la seur" = de zus la grand-mère "la gran mer = de oma
le neveu "luh nuhveu" = de neef (zoon van broer/zus)
la nièce "la njes" = de nicht (dochter van broer/zus)

Slide 14 - Tekstslide

La famille
le beau-père "luh boo per" = de stiefvader/de schoonvader
la belle-mère "la bel mer" = de stiefmoeder/de schoonmoeder
Est-ce que tu as des frères ou des soeurs? "Eh suh kuh tuu aa deh frer ou deh seur" = Heb je broers of zussen
Comment s'appelle ton/ta....?"Kohman saapel ton/ta.... "= Hoe heet je.....?
Il/Elle s'appelle.... "Iel/El saapel...." = Hij/Zij heet.....
Il/Elle a quel âge? "Iel/El aa kel aasjuh" = Hoe oud is hij/zij??
Il/Elle a....... ans "Il/El a.......an" = Hij/Zij is........oud

Slide 15 - Tekstslide

La famille de Laure
1. Maak de stamboom compleet
2. Hoe oud is de opa van Laure?
3. Wie is Bruno?
4. Wie zijn Joseph en Sophie?
5. Hoeveel kinderen hebben
Joseph en Sophie?
6. Hoe heet de neef van Laure en
hoe oud is hij
7. Wie zijn Eric en Nathalie?
8. Maak de puzzel achterop de stamboom

Slide 16 - Tekstslide

Est-ce que tu as des frères ou des soeurs?

Slide 17 - Woordweb

le père
la tante
le frère
le fils
la grand-mère
la cousine
le cousin
le grand-père
la mère
l'oncle
la fille
la soeur

Slide 18 - Sleepvraag