V3 - Nederlands - week 36

Nederlands - week 36 
DOSSIER MEDIAWIJSHEID 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands - week 36 
DOSSIER MEDIAWIJSHEID 

Slide 1 - Tekstslide

Instructie 
- Leerdoelen 
- Terugblik 
- Betrouwbaarheid (Kern les 2)

- Dossier mediawijsheid --> opdracht 2: De beslisboom
- Werkwoordspelling--> Hoe zat het ook alweer?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel 
Je kunt de betrouwbaarheid van informatie controleren. 

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je onthouden over de 'informatiebubbel'?

Slide 4 - Open vraag

Leg uit wat plagiaat is.

Slide 5 - Open vraag

Betrouwbaarheid (Les 2)
Wanneer je twijfelt over de juistheid van informatie is het slim om kritisch te kijken naar: 

- De vindplaats                                              - De deskundigheid van de auteur
- Het belang van de auteur                      - Actualiteit 



Slide 6 - Tekstslide

Dossier Mediawijs 
Week 35: opdracht 1 --> Filmpje mediawijsheid 

Week 36: opdracht 2 -->          De beslisboom



Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 2: De beslisboom
Ontwerp zelf een formulier met vragen die met ja en nee beantwoord kunnen worden, zodat je kunt beoordelen of een tekst betrouwbaar is of niet.
1. Noteer aan welke voorwaarden een tekst moet voldoen om betrouwbaar over te komen.
2. Bekijk de beslisboom om pagina 15 van Kern. Ontwerp je eigen beslisboom waarbij je gesloten (ja/nee) vragen formuleert.
3. Test je formulier aan de hand van één van de teksten die je bij vraag 8 uit Kern hebt verzameld. Verbeter je beslisboom als je bij de test fouten tegenkomt.
Noteer de titel en de auteur van de gekozen tekst.

Slide 8 - Tekstslide

Leeractiviteiten
- Kern les 2: opdracht 1 t/m 8.
- Dossier mediawijsheid --> opdracht 2: De beslisboom
- Oefenen werkwoordspelling 

Slide 9 - Tekstslide

Doel behaald?
Je kunt werkwoorden correct spellen met behulp van het schema werkwoordspelling.

Hoe ging de nulmeting? 
Spelling: werkwoordspelling

Slide 10 - Tekstslide

Even oefenen...
Lara verbeter... de opgave na instructie van de expert. 

Lara heeft de opdracht verbeterd...

Koen begroe... enthousiast zijn neef. 
Spelling: werkwoordspelling

Slide 11 - Tekstslide