3.2 Veiligheid en milieu deel 2

3.2 Veiligheid en milieu
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

3.2 Veiligheid en milieu

Slide 1 - Tekstslide

Les 2 van 3.2
Veiligheid en milieu

Slide 2 - Tekstslide

Voor vandaag
  • Vorige les
  • Uitleg bij 3.2 
  • Opdrachten maken bij 3.2
  • Filmpje
  • Lesafsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen 3.2 vorige les 
  1. Je leert de betekenis van veiligheidspictogrammen
  2. Je leert wat giftige stoffen zijn
  3. Je leert te rekenen met de dosis

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent dit veiligheidspictogram?
A
Gevaarlijke stoffen
B
Giftige stoffen
C
Corrosieve stoffen
D
Dodelijk

Slide 5 - Quizvraag

= giftig NIET dodelijk

Slide 6 - Tekstslide

wat betekent dit
veiligheidspictogram?
A
explosief
B
ontvlambaar
C
irriterend
D
houder onder druk

Slide 7 - Quizvraag


wat betekend dit veiligheidspictogram
A
schadelijk voor de gezondheid
B
niet mengen
C
bijtend
D
Milieugevaarlijk

Slide 8 - Quizvraag

Welk veiligheidspictogram is dit?
A
Gevaarlijke stoffen
B
Explosief
C
Ontvlambaar
D
Gevaar voor millieu

Slide 9 - Quizvraag

wat betekent dit
veiligheidspictogram?
A
explosief
B
ontvlambaar
C
irriterend
D
schadelijk

Slide 10 - Quizvraag

Veiligheidspictogrammen

Slide 11 - Tekstslide


A
je mag schoonmaakmiddelen mengen
B
je mag schoonmaakmiddelen niet mengen

Slide 12 - Quizvraag

Is water giftig
A
ja
B
nee
C
hangt af van de dosis
D
nat

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een Dosis?
A
Gif
B
Hoeveelheid
C
Minderheid
D
Veel

Slide 14 - Quizvraag

Dodelijke dosis
= de hoeveelheid waaraan je dood gaat

De giftige stof propoxuur is dodelijk in een dosis van 90 mg per kg lichaamsgewicht. 

Slide 15 - Tekstslide

Wie kan er minder goed tegen giftige stoffen?
A
Een klein kind
B
Een volwassene

Slide 16 - Quizvraag

De dodelijke dosis voor stof A is 0,2 mg en voor stof B 4 gram. Welke stof is giftiger?
A
stof A
B
stof B

Slide 17 - Quizvraag

Leerdoelen 3.2 deze les 
4. Je leert hoe je afval hergebruikt

Slide 18 - Tekstslide

4. Je leert hoe je afval hergebruikt 

Slide 19 - Tekstslide

Afval
Afval = Stoffen die je niet meer nodig hebt.

Welke soorten afval ken je?

Wat gebeurd er met afval?

Slide 20 - Tekstslide

Er zijn veel soorten afval
  • plastic
  • glas
  • papier
  • oud ijzer
  • kca (klein chemisch afval)
  • gft (groenten, fruit en tuin afval)
  • rest
straks meer over

Slide 21 - Tekstslide

Afval
  • In sommige soorten afval kunnen schadelijke stoffen zitten
  • Deze mag je nooit zomaar weggooien 
  • Dan komen ze in het milieu en kunnen ze schade aanrichten
  • Deze stoffen lever je daarom in bij het klein chemisch afval (KCA)

Slide 22 - Tekstslide

Klein chemisch afval
In het klein chemisch afval zitten giftige stoffen, dit kun je bij sommige winkels in een bak gooien.

Slide 23 - Tekstslide

Klein chemisch afval (KCA)

Voorbeelden:
  • Nagellak
  • Medicijnen
  • Batterijen
  • Lampen
  • Elektronica
  • Verf


Slide 24 - Tekstslide

Recyclen 
  • Niet alle afval is schadelijk
  • Veel afval kun je recyclen
  • Recyclen = uit afval nieuwe producten maken 
  • Plastic, papier, glas etc. zijn voorbeelden van afval dat als grondstof voor nieuwe producten kan worden gebruikt

Slide 25 - Tekstslide

Afval scheiden
  • Om makkelijk te kunnen recyclen is scheiden van afval heel belangrijk 
  • Afval dat niet gescheiden wordt ingezameld noem je restafval

Slide 26 - Tekstslide

Afval scheiden

Slide 27 - Tekstslide

Papier, glas, GFT, restafval, plastic
GFT = groente, fruit en tuinafval

Slide 28 - Tekstslide

Maar waarom dan zo belangrijk?

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Hoe moet ik dan scheiden?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Op school pmd bak

Slide 33 - Tekstslide

Wat moet je nu goed weten?
Welk afval waar hoort 

Slide 34 - Tekstslide

Wat gaan we nu doen?
1. In tweetallen opdracht maken over afval scheiden
2. Huiswerkopdrachten maken 

Slide 35 - Tekstslide

Aan de slag
Wat:   1. Opdracht van blad over afval 
            2. Maken 3.2 BLZ 136 opdracht 40 t/m 42

Klaar: 1. paragraaf 3.1/3.2 afmaken als je dit nog niet af had                         2. Nakijken via laptop 
             3. Aan mij laten zien!! 

timer
20:00

Slide 36 - Tekstslide

Aan de slag
Wat:   1. Opdracht van blad over afval 
            2. Maken 3.2 BLZ 122 opdracht 30 t/m 33

Klaar: 1. paragraaf 3.1/3.2 afmaken als je dit nog niet af had                         2. Nakijken via laptop 
             3. Aan mij laten zien!! 

timer
20:00

Slide 37 - Tekstslide

Wat gebeurd er dan met het afval?

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Video

Leerdoelen 3.2 deze les 
4. Je leert hoe je afval hergebruikt

Slide 40 - Tekstslide

Einde van de les
  • Huiswerk: maken 3.2 BLZ 122 opdracht 30 t/m 33
  • Volgende les: verder met 3.3

Blijf zitten en wacht tot de bel is gegaan. 

Slide 41 - Tekstslide