3ha3 mardi 25 janvier

objectifs / doelen
À la fin du cours tu...
- weet iets beter hoe je de futur moet maken of vertalen;
- kent de uitspraakregels voor de letter C.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

objectifs / doelen
À la fin du cours tu...
- weet iets beter hoe je de futur moet maken of vertalen;
- kent de uitspraakregels voor de letter C.

Slide 1 - Tekstslide

programme
- Bron C - ex.13 / révision
- Bron C - www.verbuga.eu
- Bron D - prononciation ex.16ab
- Au travail: ex.16c, 20b
- Bron D - ex.16c prononciation

Slide 2 - Tekstslide

Bron C - ex.13 / révision
- Révision avec un petit quiz de 9 questions
- Questions?

Slide 3 - Tekstslide

1. jij zult eten = tu mangeras
A
vrai
B
faux

Slide 4 - Quizvraag

2. wij zullen gaan = nous irons
A
vrai
B
faux

Slide 5 - Quizvraag

3. on pourra = we zullen kunnen
A
vrai
B
faux

Slide 6 - Quizvraag

4. jullie zullen zien = vous vendrez
A
vrai
B
faux

Slide 7 - Quizvraag

5. jij zult kiezen = tu choisas
A
vrai
B
faux

Slide 8 - Quizvraag

6. ils plaisanterons = zij zullen grapjes maken
A
vrai
B
faux

Slide 9 - Quizvraag

7. zij zal zijn = elle sera
A
vrai
B
faux

Slide 10 - Quizvraag

8. u zult raden = vous devinerez
A
vrai
B
faux

Slide 11 - Quizvraag

9. j'aurai = ik zal horen
A
vrai
B
faux

Slide 12 - Quizvraag

Bron C / ex.13 - tu as une question?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Link

Franse woorden met
CA, CE, CH, CI, CO, CR, CU, Ç

Slide 15 - Woordweb

Bron D - prononciation ex.16abc
- ex.16a - écoute et répète 
- ex.16b - écoute et écris

Slide 16 - Tekstslide

Au travail
Quoi?
- Ex.16c samen oefenen op uitspraak
- Ex.20b zinnen vertalen FN
Combien de temps?
- 8 minutes
Et quand j'ai fini?
- ex.14,21,22,24

Slide 17 - Tekstslide

devoirs / thuistaak
- faire ex.14,(15*),20 (zinnen FN vertalen),21,22,24 (werkboek)
- faire ex.23 (online)
- apprendre voca ABEF + bron C

Slide 18 - Tekstslide

objectifs / doelen
À la fin du cours tu...
- weet iets beter hoe je de futur moet maken of vertalen;
- kent de uitspraakregels voor de letter C.

Slide 19 - Tekstslide

Noem...
3 dingen die je vandaag geleerd hebt;
2 dingen die je na vandaag nog wilt/moet leren;
1 ding dat je nog wilt leren/weten.

Slide 20 - Open vraag