Periode 2 VTE-lessen eerstejaars

VTE
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

VTE

Slide 1 - Tekstslide

Wat staat er op een pakbon vermeld?
Meerdere antwoorden zijn goed!

Slide 2 - Open vraag

Waardoor krijgt de kaas zijn korst?, welke is niet juist!
A
Zout
B
Drogen
C
Verflaag
D
Bacteriën

Slide 3 - Quizvraag

Op welke temperatuur mag de koeling maximaal staan?
A
5°C
B
6°C
C
7°C
D
8°C

Slide 4 - Quizvraag

Als de temperatuur van de koeling aangeeft dat het 4 °C is, kun je aannemen dat de producten in de koeling ook een temperatuur hebben van 4 °C.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Waarmee controleer je de geleverde bestelling?

Slide 6 - Open vraag

Welke lijst behoort NIET tot je voorraadadministratie?
A
mise-en-placelijst
B
stocklijst
C
wissellijst
D
bestellijst

Slide 7 - Quizvraag

Hoe heet het als een product besteld is maar niet geleverd kon worden!
A
Manco
B
Nalevering
C
Abricoteren
D
Saignant

Slide 8 - Quizvraag

Producten in een koeling worden meestal opgeslagen in een rek of stellage. Op welk rek kun je het best een onafgedekt product opslaan?
A
Op het bovenste rek.
B
Op het middelste rek.
C
Op het onderste rek.
D
Onder het rek, op de grond.

Slide 9 - Quizvraag

Waarop controleer je de verpakking?
A
Of er een bestelsticker op zit!
B
Of er een prijs op staat en er een sticker opzit van het bestellen.!
C
Of de verpakking heel en schoon is en of het (eventuele) etiket leesbaar is.
D
Kleur van de verpakking

Slide 10 - Quizvraag

Zelfbereide producten voorzie je van een codering met een productiedatum of houdbaarheidsdatum!
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Welke stelling is niet juist?
A
Een zelfbereid product , gekoeld 7 °C mag je maximaal 48 uur (2 dagen) bewaren!
B
Een product met een verstreken TGT-datum kun je gebruiken als het er goed uitziet, goed ruikt en goed smaakt.
C
Je zet een lekbak onder een product die je gaat ontdooien!
D
zuursel in de kaas zorgt voor smaak en vorming van gaatjes.

Slide 12 - Quizvraag

Je hebt een product ontdooid en hebt dit toch niet gebruikt. Je gaat dit product opnieuw invriezen. Mag dit?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Welke stelling is niet waar?
A
Fijngesneden wrongel geeft een droge kaas.
B
Harde kaas moet het langst rijpen
C
Ras, fase van dracht en voer dat ze krijgen is van invloed op de melkproductie van een koe.
D
Als je gekoelde en ongekoelde producten tegelijkertijd geleverd krijgt ruim je eerst de ongekoelde producten op zoals:pakken meel en olijven in blik!

Slide 14 - Quizvraag

Welke factoren zijn van invloed op de hoeveelheid die je bestelt van een product?

Slide 15 - Open vraag

Welke stelling is niet waar?
A
Elke koe kan melk geven!
B
Fifo betekent first in first out!
C
Stremsel zorgt voor het laten klonteren van de kaas

Slide 16 - Quizvraag