4H 1920 H6 koolstofchemie les 4

scheikunde koolstofchemie
           4H @  LPM les 4

vandaag:
halogeenalkanen en alcoholen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

scheikunde koolstofchemie
           4H @  LPM les 4

vandaag:
halogeenalkanen en alcoholen

Slide 1 - Tekstslide

opgave HW tekenen
but-2-een 

penta-1,3-dieen 

3-methylpentaan 

2-methyl-3-ethylhexaan 

2,3-dimethylbutaan 


Slide 2 - Tekstslide

opg. 12
alle isomeren van C5H10

Slide 3 - Tekstslide

namen?
1
2
A
1 = methylbutaan 2 = ethylpropaan
B
1 = 2-methylbutaan 2 = 2-ethylpropaan
C
1 = 2-methylbutaan 2 = 1,1-diethylpropaan
D
1 = 2-methylbutaan 2 = 2-methylbutaan

Slide 4 - Quizvraag

2-methylbutaan?
naam regels
1. langste keten
2. aan of een
3. zijtak of c=c? nummer de C's
4. geef de zijtak of c=c de juiste lokatie

Slide 5 - Tekstslide

6.2 karakteristieke goepen
karakteristieke groep is een atoom of zijgroep aan een koolwaterstof met een specifieke eigenschap

bijvoorbeeld:
halogenen als zijgroep
Broom, Chloor, Jood, Fluor 
aan een C i.p.v. een H

Slide 6 - Tekstslide

halogeenalkaan
Halogeen zit in een alkaan, op de plek van een ‘H’ atoom, 
naam: halogeen altijd als voorvoegsel

1. langste: 1 C dus methaan
2. geen c=c
3. er zit een Broom aan de C
4. naam = broommethaan

Slide 7 - Tekstslide

naam ? (inzoomen
op de structuur)

Slide 8 - Open vraag

naamgeving halogeenalkanen
2,2-dichloorpropaan
1,1,1,2-tetradichloorethaan
- en ,
komma tussen getallen, streepje tussen letter en getal

Slide 9 - Tekstslide

hoe heet 'ie?
A
2,2,6-fluorhexaan
B
2,2,6-trifluorhexaan
C
1,5,5-fluorhexaan
D
1,5,5-trifluorhexaan

Slide 10 - Quizvraag

nummering zo laag mogelijk
1,5,5-trifluorhexaan = 155
2,2,6-trifluorhexaan = 226
dus : 155 < 226, dus 1,5,5-trifluorhexaan

Slide 11 - Tekstslide

alcohol (alkanolen)
alcohol = alkaan met een -OH groep als karakteristieke groep
naam krijgt achtervoegsel -ol 
naam
2xC = ethaan, -OH groep noem je -ol (achtervoegsel) = ethanol

Slide 12 - Tekstslide

hoe heet deze?
A
butaan-oh
B
butol
C
butaan-2-ol
D
butaan-3-ol

Slide 13 - Quizvraag

wat wil je nog weten over
halogeenalkanen
en alcoholen?

Slide 14 - Woordweb

HW
maak voor volgende les:
lees 6.2
maak aantekeningen van de dikgedrukte woorden (blauw)
maak opgave 17 t/m 24

Slide 15 - Tekstslide